05
HET TOESTEL IN DE STAND 'AFTAPPEN VOERTUIG' PLAATSEN
Zet de pomp aan en verplaats de klep naar de stand
>
'AFTAPPEN VOERTUIG' .
06
DE TOEGANG TOT DE AFTAPSCHROEVEN VRIJMAKEN,
ALS HET VOERTUIG DAAROVER BESCHIKT
>
Raadpleeg de technische handleiding van het voertuig voor de toegang tot de aftapschroeven.
07
HET 'BOOSTER'-BLAASPISTOOL AANSLUITEN OP DE AFTAPOPENINGEN
Zodra de slangen platgedrukt zijn en de onderdruk
>
gestabiliseerd is op minder dan -0,7 bar: gebruik het
booster-blaaspistool van de meest nabije aftapopening
van het verst verwijderde expansievat.
66 / 124
Sluit het booster-blaaspistool en zijn verlengstuk aan op
>
de aftapper, via de vrouwelijke plug op de voorkant van
het toestel. Gebruik alleen dit toestel, want de druk van
het blaaspistool is geregeld. Start met het verwijderen
van de dop van de aftapopening die zich bevindt tussen
het motorblok en de motorventilatiegroep.
Pomp lucht in het koelsysteem, met pulsen van
>
2 tot 3 seconden, om de koelvloeistof in het expansievat
te laten stijgen. Wacht totdat de druk opnieuw daalt
onder -0,7 bar voordat je een nieuwe puls geeft.
De koelvloeistof wordt nu aangezogen; het niveau kan
>
met de meetstok van het toestel worden gecontroleerd.
Sluit het blaaspistool aan op de aftapopening.
>
Tip om het aftappen van de koelvloeistof
te vergemakkelijken: als het voertuig
voorzien is van een expansievatterugslag,
koppel deze dan los om een luchtstroom
te creëren en dicht vervolgens het gat van
het vat. Laat de onderdruk terug stijgen
en sluit het gat van de terugslagklep van
het expansievat. De koelvloeistof wordt
aangezogen. Herhaal indien nodig.
NL