NL
Belangrijke aanwijzing: Bevestigen van de prongs en maskers
•
Breng de prongs niet volledig aan in de neusgaten. Het
aansluitblok mag de neus niet raken.
•
Een regelmatige wisseling tussen prongs en maskers is een
effectieve methode om huidbeschadiging bij de patiënt te
voorkomen of te verminderen.
•
Trek de bandjes niet te strak aan. De Neojet wordt
voornamelijk door de muts en het Neofoam vastgehouden.
Als de lekkage te groot is, controleert u de gekozen prong-
of maskergrootte – het strakker aantrekken van de bandjes
lost het probleem niet noodzakelijkerwijs op.
•
Een te strakke bevestiging van de bandjes of een te diepe
inbrenging van de prongs kan drukpunten op het neusje
of de huid van de baby veroorzaken.
Belangrijke aanwijzing: Bevestiging van de slangen
•
Zorg ervoor dat het gewicht van de slangen niet rechtstreeks
aan het hoofdje van de patiënt en de interface trekt.
Ondersteun de slangen met behulp van opslagmiddelen.
•
De inspiratieslang moet vanaf de patiënt en Neojet
enigszins omlaag lopen, zodat het condensvocht niet naar
de baby loopt (afbeelding 10).
(7) Controleer de CPAP-instellingen en bevestiging regelmatig.
Belangrijke aanwijzing: Regelmatige controle van de bevestiging
Controleer de aanbrenging en bevestiging van de Neojet en accessoires regelmatig om drukpunten te voorkomen. Controleer
de prongs en maskers regelmatig op ophopingen van secreties om obstructies te voorkomen.
Aanwijzing:
Bij gebruik van een ademgasbevochtiger kan de optredende CPAP-druk door materiaaluitzetting onder invloed van de warmte
toenemen terwijl de flow gelijk blijft.
4.
Beademingsapparaten die op de Neojet kunnen worden aangesloten
4.1.Neojet
De Neojet kan worden aangesloten op een CPAP-driver of beademingsapparaat indien aan de volgende eisen wordt voldaan:
•
Er moet een geregelde gasflow van 4 l/min tot 15 l/min worden afgeleverd
•
Er is geen terugvoer van expiratiegassen naar het apparaat nodig
•
Het apparaat moet beschikken over een aansluiting voor een externe drukmeting, waarmee de in de Neojet
gegenereerde druk kan worden gemeten
•
Het apparaat moet zonder externe flowsensor werken
•
Het apparaat moet voor de inspiratie een aansluiting van de grootte M22 of F15 hebben en voor de drukmeting een Luer-
aansluiting (met 4,3 mm binnendiameter). Indien aan deze eisen is voldaan, kan het apparaat op de slangensets worden
aangesloten. Als dat niet geval is, moeten voor het apparaat slangensets (voor inspiratie en drukmeting) beschikbaar zijn,
die beschikken over een F10- of M7,4-aansluiting aan de zijde van de Neojet, evenals een drukmetingsleiding met Luer-
connector (met 4,3 mm buitendiameter).
Neojet kan worden gecombineerd met onder andere:
•
CPAP-driver
•
Leoni 1
•
Leoni mobil
•
Leoni 2
•
Leoni 2 transport
•
Leoni plus
•
Leoni plus transport
4.2.Mutsen, maskers, prongs
Alle mutsen, maskers en prongs kunnen alleen met de nCPAP Generator Neojet worden gecombineerd.
32
Gebruiksaanwijzing Neojet
Afbeelding 9
Afbeelding 10