Binnenzijde vóór de elektrische installatie op mogelijk condenswater controleren en eventueel voldoende laten
drogen
Opslag volgens de Technische gegevens > Milieugegevens - zie handboek
downloads
in de categorie "Hybride- en batterij-omvormers".
2.6
Bewakings- en beveiligingsfuncties
De volgende bewakings- en beveiligingsfuncties zijn in het apparaat geïntegreerd:
Overspanningsbeveiligingen / varistor ter bescherming van de halfgeleiders bij energetische transiënte karakteris-
tieken aan de net- en generatorzijde
Temperatuurbewaking van het apparaat
EMC-filter ter bescherming van het product tegen hoogfrequente netstoringen
Geaarde varistoren aan de netzijde ter bescherming van het product tegen burst-and-surge pulsen
Eilandnetherkenning (anti-islanding) volgens geldende normen
OPMERKING
De in het apparaat voorhandene overspanningsbeveiligingen/varistoren beïnvloeden bij aangesloten appa-
raat de controle van de isolatieweerstand van de elektrische installatie conform HD 60364-6 / IEC 60364-6
Low-voltage installations- Part 6: Verification.
IEC 60364-6 6.4.3.3 omschrijft twee mogelijkheden voor dit geval. Ofwel moeten apparaten met geïnte-
greerde overspanningsbeveiliging worden afgescheiden ofwel, indien dit niet uitvoerbaar mocht zijn, mag
de proefspanning tot 250V worden verlaagd.
3
Montage
3.1
Plaats van opstelling kiezen
GEVAAR
Levensgevaar door brand of explosies
Brand door ontvlambaar of explosief materiaal in de buurt van het apparaat kan tot ernstige letsels leiden.
›
Monteer het apparaat niet in explosiegevaarlijke omgevingen of in de buurt van licht ontvlambare
stoffen.
VOORZICHTIG
Materiële schade door gassen die in combinatie met door de weersomstandigheden veroorzaakte lucht-
vochtigheid agressief op oppervlakken reageren!
De behuizing van het apparaat kan door gassen in combinatie met door de weersomstandigheden veroor-
zaakte luchtvochtigheid sterk worden beschadigd (bijv. ammoniak, zwavel).
›
Wordt het apparaat blootgesteld aan gassen, dan moet de opstelling op plekken plaatsvinden die
overzichtelijk zijn.
›
Voer regelmatig visuele controles uit.
›
Vocht op de behuizing moet onverwijld worden verwijderd.
›
Let op voldoende ventilatie op de plaats van opstelling.
›
Verontreinigingen, in het bijzonder aan ventilatoren, moeten onverwijld worden verwijderd.
›
Indien deze aanwijzingen niet in acht worden genomen, wordt de ontstane materiële schade aan het
apparaat niet gedekt door de garantie van de KACO new energy GmbH.
OPMERKING
Toegang door onderhoudspersoneel tijdens het onderhoud
Extra werk wegens ongunstige bouw- resp. montagetechnische voorwaarden, wordt de klant berekend.
Montageruimte
Zo droog mogelijk, met een goede klimaatregeling, de afgegeven warmte moet van het apparaat worden afge-
voerd.
Ongehinderde luchtcirculatie.
Dicht bij de grond, van voren en aan de zijkant zonder extra hulpmiddelen toegankelijk.
Buiten adviseert KACO new energy om het apparaat tegen directe weersinvloeden en directe zonnestralen te be-
schermen. Realisatie door bouwkundige maatregelen (bijv. windvangers) om thermische opwarming van de com-
ponenten, vroegtijdige derating, hogere slijtage van de ventilatoren te reduceren.
Voor een comfortabele bediening tijdens de montage erop letten dat het display zich enigszins onder ooghoogte
bevindt.
KACO blueplanet gridsave 50.0TL3-S
http://www.kaco-newenergy.com/de/
Bladzijde 45