35. OPGELET - Bedek het apparaat niet, om oververhitting te ver-
mijden (afb. 3).
36. Voor een correct gebruik van het apparaat: DOE NIET het volgende:
a. Het rechtstreeks onder een vast stopcontact plaatsen
b. Aan de voedingskabel of aan het apparaat zelf trekken om de
stekker uit het stopcontact te trekken.
c. Het aan de weersomstandigheden blootgesteld laten (regen,
zon, enz.).
d. Het onnodig ingeschakeld laten.
e. Het met natte of vochtige handen aanraken.
37. Gebruik het apparaat alleen met inachtneming van de in-
structies die in deze handleiding staan. De fabrikant raadt ie-
der ander gebruik af omdat dit elektrische schokken, brand of
persoonlijk letsel kan veroorzaken.
38. De meest voorkomende oorzaak van oververhitting is de opeen-
hoping van stof of pluizen in het apparaat. Verwijder deze opeen-
hopingen regelmatig terwijl het apparaat afgesloten is van het stop-
contact door de ventilatiegaten en de roosters schoon te zuigen.
39. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen op het apparaat.
Reinig het met een vochtige (niet natte) doek die uitgespoeld is
in warm zeepsop.
40. Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact alvorens de reini-
ging uit te voeren.
41. Sluit het apparaat niet aan op de elektrische voeding zolang het
niet volledig gemonteerd en afgesteld is.
42. Was of dompel het apparaat niet in water of andere vloeistoffen.
Er kunnen dan kortsluitingen of brand ontstaan.
43. Laat het apparaat niet werken in een gesloten ruimte, zoals een
kast, omdat daardoor brand zou kunnen ontstaan.
44. Bij incompatibiliteit tussen het stopcontact en de stekker van
het apparaat moet het stopcontact door professioneel gekwa-
lificeerd personeel vervangen worden door een van een an-
der type, dat geschikt is, en moet dit personeel controleren of
de doorsnede van de kabels van het stopcontact geschikt is
voor het vermogen dat door het apparaat geabsorbeerd wordt.
Doorgaans wordt afgeraden om adapters en/of verlengsnoe-
ren te gebruiken. Mocht het gebruik daarvan toch noodzake-
lijk zijn, dan moeten ze conform de van kracht zijnde veilig-
heidsvoorschriften zijn en mag het stroomdebiet (A) ervan
niet lager zijn dan het maximum debiet van het apparaat.
45. Gebruik het apparaat niet bij defecten of een slechte werking,
NL - 6