Ingrediënten moeten op kamertem‐
peratuur zijn.
De oven berekent een geschatte bereidingseindtijd. Dit hangt af van de voedselkwaliteit, de
ingestelde ovenfunctie en de temperatuur.
Gebruik: Voedselsensor
Stap 1
Schakel de oven in.
Stap 2
Selecteer de verwarmfunctie en, indien nodig, de oventemperatuur.
Stap 3
Invoegen: Voedselsensor.
Vlees, gevogelte en vis
Breng het uiteinde van Voedselsensor in het midden
van het vlees, de vis, in het dikste deel indien moge‐
lijk. Zorg ervoor dat ten minste 3/4 van Voedselsen‐
sor binnen in het gerecht zit.
Stap 4
Stekker Voedselsensor steek in de aansluiting aan de voorkant van de oven.
Het display toont de huidige temperatuur van: Voedselsensor.
Stap 5
- druk om de kerntemperatuur van de sensor in te stellen.
Stap 6
•
Geluidsalarm - wanneer het voedsel de kerntemperatuur bereikt, klinkt het signaal.
•
Geluidsalarm en stop met koken - wanneer het voedsel de kerntemperatuur bereikt, klinkt het
signaal en stopt de oven.
Stap 7
Selecteer de optie en druk herhaaldelijk op:
182
NEDERLANDS
Voor de beste kookresultaten:
Niet gebruiken voor vloeibare
- druk om de voorkeursoptie in te stellen:
gerechten.
Breng het uiteinde van Voedselsensor precies in het mid‐
den van de braadpan. Voedselsensor moet stevig op zijn
plaats blijven tijdens het bakproces. Gebruik een solide
ingrediënt om dit voor elkaar te krijgen. Gebruik de rand
van de ovenschaal voor het ondersteunen van het sili‐
cone handvat van de Voedselsensor. Het uiteinde van
Voedselsensor mag de bodem van een bakplaat niet aan‐
om naar het hoofdscherm te gaan.
Tijdens het koken moet het in de schaal
blijven.
Stoofschotel
raken.