Vetus E-DRIVE MPE1MBV Manual De Instalación página 6

NEDERLANDS
3 Installatie
3.1 Plaatsing
Plaats het paneel altijd op een zodanige plaats, dat de schipper er
goed zicht op heeft.
Let er op dat het paneel alleen aan de bedieningszijde waterdicht is.
De achterzijde van het motorpaneel dient in een goed beschermde
en geventileerde ruimte geïnstalleerd te worden. Installeer het paneel
niet op een plaats waar hevige trillingen zouden kunnen voorkomen.
Het paneel moet in een vlakke plaat geplaatst worden.
• Maak een gat van de juiste afmetingen en monteer het paneel.
Zorg ervoor dat de pakking op de juiste manier tussen het motor-
paneel en het schot geplaatst is.
Zie hoofdafmetingen pagina 38
3.2 Aansluiten CAN-bus (stuurstroom) kabels
De CAN-bus is een keten waar de E-DRIVE motor en panelen op zijn
aangesloten.
De 12 volt accu is aangesloten op het contactslot. Het contactslot
zorgt voor het in- en uitschakelen van de voeding van de CAN-bus-
keten.
De CAN-bus voeding moet altijd op 12 Volt (≥10 V, ≤16 V)
worden aangesloten.
De maximale lengte van de CAN-lijn is 40 meter. Gebruik voor
grotere lengtes de VETUS CAN-repeater (CANR).
Sluit nooit meer dan één voeding aan op de VETUS CAN-lijn.
Het paneel is aangesloten op de CAN-bus lijn. Er kunnen meerdere
MPE1MBV panelen per CAN-bus lijn worden aangesloten. Zie sche-
ma pagina 39.
Raadpleeg de betreffende E-DRIVE installatiehandleiding voor uitge-
breide CAN-BUS schema's.
6
370602.11
V-CAN
12 V
L
et op
v
oorzichtiG
3.3 Configuratie bakboord/stuurboord MPE1MBV
Standaard is de MPE1MBV ingesteld om een bakboord E-DRIVE mo-
tor te monitoren.
Raadpleeg de installatiehandleiding van de betreffende
E-DRIVE voor het configureren van de bak- of stuurboord
voortstuwingsmotor.
In een voorstuwingssysteem met twee E-DRIVES moet één van de
twee E-DRIVE motoren als stuurboord motor en één van de twee
MPE1MBV panelen worden geconfigureerd als stuurboord paneel.
Om de MPE1MBV te configueren. Schakel de V-CAN voedingsspan-
ning in, maar zet geen andere panelen of motoren aan.
• Druk op de mute-knop en
houd deze ingedrukt totdat
een geluidssignaal hoorbaar
is en de leds knipperen.
• Druk één keer kort op de mute-knop om de configuratiemode te
activeren.
De huidige instelling wordt weergegeven door knipperende leds
(rood voor bakboord, groen voor stuurboord).
• Druk kort op de mute-knop om te wisselen tussen rood/bakboord
en groen/stuurboord.
• Druk op de mute-knop en houd deze ingedrukt totdat een ge-
luidssignaal hoorbaar is om de instelling van het paneel op te
slaan.
Het paneel is klaar voor gebruik.
3.4 Alarm
Geluid uitschakelen
• Druk op de mute-knop om het geluidssignaal uit te schakelen.
Ter indicatie van het nog niet opgeloste probleem blijven de
leds branden.
Alarm resetten
Los eerst het probleem op voordat het alarm gereset wordt.
• Druk op de mute-knop en houd deze ingedrukt totdat een ge-
luidssignaal hoorbaar is. Het alarm is gereset.
Installation manual MPE1MBV E-DRIVE Monitoring Panel
L
et op
v
oorzichtiG