Nederlands
(2) Nadat de stroom is ingeschakeld en het zaagblad op
het maximum toerental is gekomen, dient u de
handgreep langzaam naar beneden te brengen terwijl
u de hendel (A) ingedrukt houdt en het zaagblad in de
buurt van het te zagen materiaal brengen.
(3) Wanneer het zaagblad contact maakt met het
werkstuk, duwt u de handgreep geleidelijk naar
beneden om in het werkstuk te snijden.
(4) Wanneer het werkstuk tot de gewenste diepte is
gesneden, schakelt u het gereedschap uit en laat het
zaagblad dan volledig tot stilstand komen voordat u
de handgreep omhooghaalt van het werkstuk om deze
weer in de volledig ingetrokken positie te zetten.
LET OP
Raadpleeg de tabel met "SPECIFICATIES" voor de
maximale zaagcapaciteit.
Een hogere druk op de handgreep resulteert niet in
een hogere snijsnelheid. Integendeel, bij een te hoge
druk kan de motor overbelast worden en/of het
snijrendement afnemen.
Zorg dat de trekschakelaar in de OFF stand staat en
de stekker uit het stopcontact is gehaald wanneer het
gereedschap niet wordt gebruikt.
Schakel het gereedschap altijd uit en laat het zaagblad
volledig tot stilstand komen voordat u de handgreep
vanaf het werkstuk omhooghaalt. Als de handgreep
omhooggehaald wordt terwijl het zaagblad nog
ronddraait, kan het afgesneden stuk materiaal vast
komen te zitten tegen het zaagblad waardoor er
gevaarlijke splinters kunnen rondvliegen.
Telkens wanneer een normale of een diepe
snijbewerking is voltooid, zet u de schakelaar uit en
controleert dan of het zaagblad volledig tot stilstand
is gekomen. Haal daarna de handgreep omhoog en
zet deze weer in de volledig teruggetrokken stand.
U moet absoluut eerst het gezaagde materiaal van de
bovenkant van de draaitafel verwijderen voor u
doorgaat naar de volgende stap.
Langdurig zagen kan leiden tot de overbelasting van
de motor. Voel aan de motor en indien deze heet is
stopt u met zagen gedurende zo'n 10 minuten, waarna
u opnieuw met zagen herbegint.
Werk niet met de kop of hef het hoofdgedeelte niet
op terwijl u het digitale weergavescherm (Fig. 1)
bedient want het digitale weergavescherm kan hierbij
beschadigd worden.
14. Snijden van smalle werkstukken (Pers-snijden)
Schuif het scharnier naar beneden tegen de houder
(A) en zet de schuifvastzetknop vast (A)/(B) (Afb. 2).
Laat de handgreep zakken om het werkstuk te snijden.
U kunt nu werkstukken snijden met een afmeting van
107 mm in het vierkant.
15. Snijden van brede werkstukken (Schijven snijden)
(1) Werkstukken tot 107 mm hoog en 312 mm breed:
Los de schuifvastzetknop (A) (Fig. 2), neem de hendel
vast en schuif het zaagblad naar voor.
Druk dan de hendel naar beneden en schuif het
zaagblad terug om het werkstuk te zagen. Dit
vergemakkelijkt het zagen van werkstukken tot 107
mm hoog en 312 mm breed.
(2) Werkstukken tot 120 mm hoog en tot 260 mm breed:
Werkstukken tot 120 mm hoog en tot 260 mm breed
kunnen op dezelfde wijze worden gezaagd als
beschreven in paragraaf 15-(1) hierboven.
63
LET OP
Tijdens het zagen van een werkstuk van 120 mm hoog
regelt u de onderste limietpositie van de motorkop
zodanig dat de ruimte tussen de onderkant van de
motorkop en het werkstuk 2 tot 3 mm op de onderste
limietpositie bedraagt.
Wanneer de hendel te hard of te schuin naar beneden
wordt gedrukt, zal het zaagblad trillen tijdens het zagen
en ongewenste zaagmarkeringen op het werkstuk
veroorzaken en zo de kwaliteit van het versnijden
aantasten.
Druk de hendel dus voorzichtig en zachtjes naar
beneden.
Tijdens het snijden van schijven duwt u de hendel
voorzichtig naar achter in één vloeiende beweging.
Wanneer u stopt met de hendel te bewegen tijdens
het zagen ontstaan er ongewenste zaagmarkeringen
op het werkstuk.
WAARSCHUWING
Volg de procedures voor het snijden van schijven.
Het voorwaarts snijden van schijven (naar de operator
toe) is erg gevaarlijk omdat het zaagblad vanop het
werkstuk naar boven kan springen. Schuif daarom
steeds de hendel van de operator weg.
Breng de slede steeds volledig naar achter na elke
afkortoperatie teneinde het risico op letsel te beperken.
Leg uw hand nooit op de zijgreep tijdens het zagen
omdat het zaagblad dicht tegen de zijgreep komt
wanneer de motorkop naar beneden gezet werd.
16. Procedure voor verstekzagen
(1) Draai de zijgreep los en trek de hendel omhoog voor
hoekstoppers. Stel daarna de draaitafel af totdat de
indicator is uitgelijnd met de gewenste instelling op
de verstekschaal (Afb. 22).
(2) Draai de zijgreep weer vast om de draaitafel in de
gewenste positie te vergrendelen.
(3) De verstekschaal geeft de snijhoek op de hoekschaal
en de gradiënt op de graadschaal aan.
(4) De gradiënt, dit is de verhouding tussen de hoogte
en de basis van het driehoekige gedeelte dat
verwijderd wordt, kan indien gewenst gebruikt
worden voor de instelling van de verstekschaal in
plaats van de snijhoek.
(5) Om dus een werkstuk met een gradiënt van 2/10 te
snijden, zet u de indicator op deze positie.
OPMERKING
Er zijn positieve stops aan de rechter- en linkerkant
van de middelste 0° instelling, op de plaats van de
15°, 22,5°, 30° en 45° instellingen.
Zorg dat de verstekschaal en het uiteinde van de
indicator juist zijn uitgelijnd.
Wanneer de zaag wordt gebruikt terwijl de
verstekschaal en de indicator niet juist zijn uitgelijnd,
of wanneer de zijhandgreep niet juist is vastgedraaid,
kan dit resulteren in een slechte snijprestatie.
17. Fijnafstelling van de verstekhoek
(1) Draai de draaitafel in de vereiste verstekhoek.
(2) Om de verstekhoek af te stellen, draait u aan de knop
(A) terwijl u de hendel naar boven trekt (Fig. 23).
OPMERKING
Draai de knop (A) in wijzerzin om de draaitafel naar
fijn naar rechts af te stellen. Draai de knop (A) tegen
de wijzers van de klok in om de draaitafel fijn naar
links af te stellen.