Alarmwaarden voor hoog en laag
instellen
1. Druk op de E-knop terwijl de Alarmfunctie geactiveerd
is, en houd de knop 3 seconden ingedrukt. 'Alarm' en
'High' (Hoog)knipperen op de display.
2. Gebruik knop en om de hoge alarmwaarde in te
stellen.
3. Druk op de E-knop. 'Alarm' en 'Low' (Laag) knipperen
op de display.
4. Gebruik knop en om de lage alarmwaarde in te
stellen.
5. Druk op de E-knop en houd hem ingedrukt om terug te
gaan naar de 'Alarm'-modus.
6. Als bij het meten van temperatuur de gemeten waarde
hoger of lager is dan de alarminstelling, wordt de tekst
'Alarm High' (Alarm hoog) of 'Alarm Low' (Alarm laag)
weergegeven en hoort u een aanhoudende pieptoon.
Verhouding afstand/doel
De verhouding tussen afstand en doel op de CTG861 is
12 op 1. Dit betekent dat het doel een diameter van 3 cm
heeft als de thermometer op een afstand van 36 cm
wordt gehouden. En op een afstand van 3,6 meter heeft
het doel een diameter van 30 cm.
Emissiviteit
De emissiviteit (E) van een materiaal is het relatieve
vermogen van het oppervlak om stralingsenergie af te
geven. Het is de verhouding tussen de energie die door
een bepaald materiaal wordt uitgestraald en de energie
die door een zwart lichaam met dezelfde temperatuur
wordt uitgestraald. Een werkelijk zwart lichaam heeft E =
1, en elk werkelijk object heeft E < 1. De emissiviteit ligt
dichter bij 1 naarmate een materiaal matter en zwarter is.
De emissiviteit neemt af naarmate een materiaal
glanzender is.
Emissiviteit aanpassen
1. Druk de bedieningsknop op het instrument in en houd
hem ingedrukt.
2. Druk de E-knop in en laat hem weer los: 'E' begint op de
display te knipperen.
3. Druk op knop om de emissiviteit te verhogen of op
knop om de emissiviteit te verlagen.
4. Druk op de E-knop om de instelling op te slaan.
De emissiviteit instellen met de
K-Type sonde als de emissiviteit
onbekend is
1. Druk de bedieningsknop in en laat hem los.
2. Druk op de knop en houd hem ingedrukt totdat 'TC'
op de display wordt weergegeven. Laat de knop los.
3. Steek de connector van de temperatuursonde in het
contact op de zijkant van de CTG861.
ZCTG861CE Rev. A
4. Houd de tip van de sonde tegen het te meten oppervlak
en noteer de temperatuur zodra de gemeten waarde
zich gestabiliseerd heeft.
5. Verwijder de temperatuursonde van het instrument.
6. Druk op de LOCK-knop (VERGRENDEL-knop) zodat
het
instrument
bedieningsknop indrukken).
7. Nadat het instrument is uitgeschakeld: druk de
bedieningsknop in en richt het instrument op de plaats
waarvan de sonde de temperatuur heeft gemeten.
8. Druk op de E-knop en op LOCK (VERGRENDELEN)of
°C/°F totdat de waarde op de display hetzelfde is als de
waarde die u in stap 5 hierboven hebt genoteerd.
9. Druk op de SEL-knop om de instelling op te slaan.
10. De emissiviteit van het te meten oppervlak is nu
ingesteld.
Emissiviteitswaarden voor
veelgebruikte materialen
Materiaal
Aluminium (geoxideerd) ................................ 0,25
Aluminum (gepolijst) ....................................... 0,1
Asbest
................................................... 0,95
Beton
..................................................... 0,7
Carborundum ................................................ 0,85
Chroom (gepolijst) .......................................... 0,1
Gietijzer (gepolijst) .......................................... 0,2
Gietijzer (verroest) ......................................... 0,95
Goud (gepolijst) .............................................. 0,1
Hout
.......................................... 0,8 tot 0,9
Karton
.................................................... 0,9
Koolstof
.................................................. 0,75
Koper (geoxideerd) .......................................... 0,8
Koper (gepolijst) ........................................... 0,05
Kunststof
.........................................0,8 tot 0,95
Kwarts
..................................................... 0,9
Lood (geoxideerd) ........................................... 0,3
Lood (zuiver) .................................................... 0,1
Marmer
..................................................... 0,9
Matzwarte verf. ............................................. 0,95
Messing (geoxideerd) ...................................... 0,6
Messing (gepolijst) .......................................... 0,1
Nikkel (pleet) ................................................. 0,95
Nikkel (zuiver) ................................................. 0,1
Papier
.................................................... 0,9
Plaatijzer
.........................................0,7 to 0,85
Rode baksteen ......................................0,75 tot 0,9
Roestvast staal (gepolijst)................................ 0,1
Roestvast staal (overig) ......................... 0,2 tot 0,6
Rubber (glad) .................................................. 0,9
Rubber (ruw).................................................. 0,98
Silica
.................................................... 0,4
Staal (geslepen plaat) ....................................... 0,6
Staal (zacht) ......................................... 0,3 tot 0,5
Staalplaat
..................................................... 0,9
Stuc
..................................................... 0,9
Water
.................................................. 0,98
Zilver (gepolijst) .............................................. 0,1
Zink (geoxideerd) ............................................ 0,1
18
zichzelf
uitschakelt
(niet
Emissiviteit
de
(01/19)