Aanwijzingen voor de opstellingsruimte
Voor een veilige werking dient u de volgende aanwij-
zingen over de opstellingsruimte in acht te nemen.
Dit apparaat voldoet aan apparaatklasse 3 voor
¡
de inbouw in een keukenmeubel.
Het apparaat volgens de inbouwtekening in een
¡
keukenmeubel inbouwen.
Ervoor zorgen dat de wand achter het apparaat uit
¡
niet brandbaar materiaal bestaat.
Aanwijzingen voor de gasaansluiting
Om het apparaat veilig aan te sluiten, dient u deze
aanwijzingen in acht te nemen.
Bij de installatie moeten de actuele geldige bouw-
¡
voorschriften en de voorschriften van de plaatselij-
ke gasleverancier in acht worden genomen.
Zorg ervoor dat de informatie over type gas en
¡
gasdruk zoals vermeld op het typeplaatje overeen-
komen met de lokale aansluitvoorwaarden.
De gasaansluiting moet zich op een plaats bevin-
¡
den waar de afsluitkraan toegankelijk is.
Bij de levering van het apparaat zijn twee aansluit-
hoeken (G½'') inbegrepen.
Afhankelijk van het land de passende uitvoering
selecteren:
ISO 228 G 1/2 cilindrisch
¡
EN 10226 R 1/2 conisch
¡
Het apparaat met een van de meegeleverde aansluit-
hoeken met de bijbehorende dichting aansluiten op
een vaste aansluitleiding of veiligheidsslang.
De gasveiligheidsslang moet een lengte van min-
stens 1 m tot maximaal 3 m hebben.
Aanwijzingen voor de gasveiligheidsslang in acht
nemen:
Bij een veiligheidsslang van metaal is de toegesta-
¡
ne omgevingstemperatuur 115°C. Is de veilig-
heidsslang niet of slechts gedeeltelijk van metaal,
dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn
dan 90°C.
De gasveiligheidsslang mag niet in contact komen
¡
met bewegende delen van het inbouwmeubel,
bijv. lade, of op plaatsen worden gelegd waar de-
ze kan worden ingeklemd of beschadigd.
De gasveiligheidsslang mag niet in contact komen
¡
met een kookplaat, oven, vaatwasser, koelkast,
wasmachine, warmwaterleidingen, verwarmings-
elementen of een ander apparaat dat naast of on-
der de gaskookplaat is ingebouwd.
De gasveiligheidsslang mag niet aan afwrijving,
¡
trillingen, knikken of blijvende vervormingen zijn
blootgesteld en mag over de volledige lengte wor-
den gecontroleerd, met de kookplaat in de geïn-
stalleerde positie.
Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat veilig elektrisch aan te sluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische
schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Het apparaat
mag alleen op een geaarde contactdoos worden
aangesloten die volgens de voorschriften is geïnstal-
leerd.
De netstekker van de netaansluitkabel moet na de
▶
inbouw van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
Is dit niet mogelijk, dan moet in de vast geplaatste
▶
elektrische installatie een alpolige scheidingsin-
richting volgens de voorwaarden van de overspan-
ningscategorie III en volgens de opbouwvoor-
schriften worden ingebouwd.
38
De vaste aansluiting mag alleen door een elektri-
▶
cien worden aangelegd. Wij adviseren een aard-
lekschakelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring
naar het apparaat te installeren.
Scherpe of hete componenten binnen het apparaat
kunnen de aansluitkabel beschadigen.
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
▶
De aansluitkabel niet langs hete oppervlakken
▶
plaatsen.
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag re-
▶
paraties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
▶
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Wanneer de netaansluitkabel of de apparaataan-
▶
sluitkabel van dit apparaat beschadigd raakt, moet
deze worden vervangen door een speciale netaan-
sluitkabel of speciale apparaataansluitkabel die
verkrijgbaar is bij de fabrikant of de klantenservi-
ce.
Zorg ervoor dat de informatie over vermogen en
¡
spanning zoals vermeld op het typeplaatje over-
eenkomen met de lokale aansluitvoorwaarden.
Het apparaat is conform de beschermingsklasse
¡
1. Gebruik daarom het apparaat alleen met aan-
sluiting voorzien van randaarde.
Sluit het apparaat tijdens de montage niet op de
¡
voedingsspanning aan.
Zorg ervoor dat de aanrakingsveiligheid door de
¡
inbouw is gewaarborgd.
Alleen een geautoriseerde vakman mag appara-
¡
ten zonder stekker aansluiten. Voor hem gelden
de bepalingen van de regionale elektriciteitsmaat-
schappij.
Gebruik het apparaat niet met een externe timer of
¡
een afstandsbediening.
Het apparaat mag alleen met de meegeleverde
¡
aansluitkabel worden aangesloten.
Aanwijzingen voor het inbouwmeubel
Neem de uitsnijmaten en de inbouwvoorschriften bij
de inbouw in het werkblad in acht.
De inbouwmeubelen moeten minstens 90 °C hitte-
bestendig zijn.
Zorg ervoor dat na de uitsnijwerkzaamheden de sta-
biliteit van het inbouwmeubel is gegarandeerd.
De zijdelingse uitsnijkanten moeten minstens 20 mm
dik en vlak zijn om een goede bevestiging van de
borgveren van het apparaat te garanderen. Bij multi-
plex werkbladen indien nodig lijsten aan de zijkanten
in de uitsnijding in het meubel bevestigen.
Door geschikte onderconstructies het draagvermo-
gen en de stabiliteit van het meubel garanderen. Het
gewicht van het apparaat inclusief extra belading in
acht nemen. Ervoor zorgen dat het versterkingsmate-
riaal hittebestendig en vochtbestendig is.
Voor de verbetering van de vlamstabiliteit een tus-
senschot in de inbouwkast onder het apparaat in-
bouwen.
Op positie van gasaansluiting letten
Bij de installatie van het apparaat op de positie
▶
van de gasaansluiting letten.
→ Fig.
4
Apparaat voorbereiden
De passende aansluithoek met de afdichting aan
▶
het apparaat vastschroeven.
→ Fig.
5
Meubel voorbereiden
Vereiste: De inbouwmeubelen zijn tot 90°C tempe-
ratuurbestendig.