Nederlands
MONTAGE EN INBOUW
Volg de tekeningen (P tot S) aan
de binnenzijde van de voor- en
achterkaft.
Meer informatie over de inbouw
vindt u ook onder
www.ritterwerk.de/
installation-notes.
Veiligheidsaanwijzingen
Neem, om verwondingen of be-
schadiging van het apparaat te
voorkomen, beslist de volgende
veiligheidsaanwijzingen in acht:
– De montage moet in elk
geval worden uitgevoerd
door geschoold personeel.
ritterwerk stelt zich niet aan-
sprakelijk voor gevolgen van
montage die in strijd is met de
voorschriften en/of gebreken
vertoont.
– Het netsnoer moet zo zijn
geleid dat het apparaat vol-
ledig naar binnen kan worden
gedraaid, zonder dat het
snoer klem komt te zitten.
Het netsnoer moet direct
vanuit het inbouwsysteem vrij
naar het in de onderkast te
monteren stopcontact worden
geleid.
– Trek voorafgaand aan de
montage de netstekker uit het
stopcontact.
Inbouwvoorwaarden
De hieronder aangegeven afme-
tingen zijn minimummaten.
– Binnenwerkse breedte
ladebodem:
AES 72 SR: 344 mm
AES 72 SR-H: 392 mm
– Binnenwerkse hoogte
l adebodem / traverse:
zonder basisplaat: 75 mm
met basisplaat:
– Binnenwerkse uittreklengte
voorkant werkblad / bin-
nenkant ladefront: 365 mm
(vingerbeveiliging en resten-
houder niet gemonteerd)
– Breedte van het apparaat:
AES 72 SR: 342 mm
AES 72 SR-H: 390 mm
De ladebodem dient minstens
16 mm dik te zijn.
De ladegeleiding moet bij een
nominale lengte van ca. 500 mm
een statische belastbaarheid van
minstens 40 kg hebben.
Stopcontact monteren
Aanwijzing:
Er moet een opbouwstopcontact
(conform VDE/DIN 49440, ÖVE,
SEV) ter hoogte van de lade aan
of achter de achterwand aanwe-
zig zijn.
P
De verbinding tussen stop-
contact en netaansluitsnoer moet
onder de achterste traverse of de
bovenliggende ladebodem en zo
ver mogelijk boven de achterste
hoek van de onderkast liggen.
Als de netstekker in het stopcon-
tact zit, moet de lade volledig
kunnen worden dichtgeschoven.
De netstekker moet toegankelijk
zijn voor de gebruiker, zodat
hij het apparaat indien nodig
(bijv. voor de reiniging) van de
netspanning kan halen.
Allessnijder monteren
Voorbereiding:
• Schuif de lade uit tot de
aanslag.
Q
Bepaal de positie van de
allessnijder aan de hand van de
montagetekening.
of
• Positioneer het apparaat in
ingeklapte toestand in de lade.
De afstand tussen de voorkant
van het werkblad en de volledig
ingeschroefde bufferschroef (12)
moet ca. 5 mm bedragen.
83 mm
• Teken de zo bepaalde positie
van de voorste en achterste
bevestigingshoek op de ladebo-
dem af.
• Neem het apparaat uit de lade.
Uitvoering:
• Boor de afgetekende vier
gaten voor de montage van het
apparaat op de ladebodem voor.
• Monteer het apparaat met
vier platkopschroeven, Panhead
4,0 x 16 (bij ladebodem van
16 mm).
R
H-varianten:
Indien de snijwarenslede (11)
tegen de voorkant van het
werkblad stoot, kunnen er
zo nodig basisplaten (a) en
afstandsplaten (b) onder worden
gelegd. Gebruik dan ook langere
schroeven voor de montage.
Hoekbeugels monteren
Q
Positioneer de hoekbeu-
gels (7) en (8).
S
Controleer de positie door
de vingerbeveiliging en de
restenhouder bij wijze van proef
op de betreffende hoekbeugel
te steken.
• Teken de gaten af en boor
ze voor.
• Monteer de beide hoekbeu-
gels met schroeven met verzon-
ken kop (kruisgleuf) PZ 3,5 x 12
(bij ladebodem van 16 mm).
Positie van het apparaat
afstellen
• Plaats het apparaat zoals
onder INGEBRUIKNEMING is
beschreven.
• Draai de bufferschroef (12)
tot deze licht tegen de voorkant
van het werkblad aanzit (niet
vastklemmen!).
• Controleer de instelling door
het apparaat meermalen uit en
in te klappen.
Aanwijzing:
Alle aangegeven maten in de
montagetekeningen zijn in mm!
43