Verwisselen van de slangen
Voor aan- en afschroeven van de hogedrukslangen het bij-
gevoegde schroefhulpmiddel gebruiken. Dit garandeert het
noodzakelijke aanhaalkoppel en voorkomt beschadigingen aan
de schroefverbinding door gebruik van verkeerd gereedschap.
Gasrest: niet roken, geen open vuur!
–
Klep op gasfles sluiten.
–
Hogedrukslang van de gasfles (resp. van de opsteekadapter)
en van de regelaaringang afschroeven.
Let er bij het verwisselen van de slang op dat de bij de
slang meegeleverde afdichting (slanguitgang – regelin-
gang) correct geïnstalleerd en niet beschadigd is.
Wij adviseren de afdichting (art.-nr. 50020-76300) te ver-
nieuwen telkens wanneer de slang verwisseld wordt.
–
Landspecifieke hogedrukslang vastschroeven op de in-
gang van MonoControl CS en op de fles (resp. op de
opsteekadapter).
–
Klep op gasfles openen.
–
Slangbreukbeveiliging en eventueel resetknop indrukken
(zie "Inbedrijfstelling").
Slangaansluiting bij de klep op de fles en bij de ingang
MonoControl CS na iedere ingreep op dichtheid controleren
(zie "Dichtheidsproef van hogedrukbereik").
36
Dichtheidsproef van het hogedrukbereik
Controleer met behulp van een geschikt product – bijvoor-
beeld met een lekzoekspray conform EN 14291 – bij de klep
van de gasfles en bij de MonoControl CS de dichtheid van de
schroefverbindingen van de hogedrukslangen.
Hiervoor is de gebruiker verantwoordelijk.
Dichtheidsproef van het lagedrukbereik
(maximale testdruk 150 mbar)
Controle uitsluitend door een vakman!
–
Alle verbruikers uitzetten.
–
Afsluitkleppen en eventueel gasafstandsschakelaar openen.
–
Schroefkapje van de testaansluiting (b) afschroeven en test-
pomp met testslang aansluiten op de testaansluiting.
–
Dichtheidstest uitvoeren (bijv. in Duitsland volgens G 607).
–
Bij niet dichte gasinstallatie klep op de gasfles sluiten, de
gasinstallatie direct door een vakman in orde laten brengen
en de klep op de gasfles tussentijds niet meer openen.
b