C D A B E
3.
Wanneer u een wandmontage van de
kabelgebonden thermostaat (1) uit-
voert, moet de lengte van de kabel-
boom worden verlengt (2) ; waarborg,
dat de vijf bekabelingsklemmen van
de kabelgebonden thermostaat en de
ventilo convector telkens één op één
me de andere zijde overeenkomen (3)
.
4.
Verbind aansluiting A (4) met de elek-
tronicaprint van de ventilo convector
(5) .
6 Ingebruikname
6.1 Product in gebruik nemen
1.
Voor de ingebruikname van de ventilo
convector moet u de installatiehand-
leiding van de ventilo convector raad-
plegen.
2.
Druk op
, om de kabelgebonden
thermostaat aan te sluiten.
3.
Controleer de installatie met een ge-
wenste waarde-vraag voor elke mo-
dus.
116
1
2
3
4
5
CN20
7 Bedienings- en
weergavefuncties
De kabelgebonden thermostaat heeft een
gebruikersniveau en een niveau voor de
erkend installateur.
In de gebruiksaanwijzing van de kabelge-
bonden thermostaat zijn de instel- en af-
leesmogelijkheden voor de gebruiker, een
bedieningsconcept en een gebruiksvoor-
beeld opgenomen.
Het installateurniveau kan met een toet-
sencombinatie worden opgeroepen.
7.1 Maateenheid instellen
1.
Roep het overzicht van de instelmo-
gelijkheden op, voordat u wijzigingen
aanbrengt.
Instelmogelijkheden die alleen
voor installateurs zijn – Overzicht
(→ Pagina 118)
2.
Roep het installateurniveau op.
◁
De instelling van de maateenheid
wordt op het display weergegeven.
3.
Om de instelling te wijzigen drukt u op
en
.
4.
Wacht 2 seconden, dan wordt de pro-
cedure voor de instelling van de maat-
eenheid automatisch bevestigd en be-
ëindigd.
8 Overdracht aan de
gebruiker
8.1 Product aan de gebruiker
opleveren
▶
Informeer de gebruiker over het gebruik
en de werking van zijn product.
▶
Geef de gebruiker alle voor hem be-
stemde handleidingen en toestelpapie-
ren, zodat hij ze kan bewaren.
▶
Geef het artikelnummer van het product
door aan de gebruiker.
▶
Neem de gebruiksaanwijzing samen
met de gebruiker door.
▶
Beantwoord alle vragen.
Installatiehandleiding 0020298215_02