C O NT I NU E WATE R AF VO E R
• De unit heeft een doorlopend afvoergat. Steek een plastic pijp (met een inwendige diam-
eter van 10 mm) in het afvoergat (op de middelste plaat), laat de pijp uit de zijkant van de
watertank lopen, installeer hem op zijn plaats en leg de afvoerpijp.
• Het water in de afvoertank kan continu worden afgevoerd via de doorlopende afvoeropen-
ing van de unit.
Om de behuizing schoon te maken:
• Reinig het met een zachte, vochtige doek.
Om het luchtfilter te reinigen:
• Open eerst het inlaatrooster en verwijder het luchtfilter.
• Stofzuig het oppervlak van het luchtfilter lichtjes om vuil te verwijderen. Als het luchtfilter
uitzonderlijk vuil is, was het dan met lauw water en een mild schoonmaakmiddel en droog
het goed af.
• Plaats het filter voorzichtig in het rooster en plaats het inlaatrooster op de juiste plaats.
DE LUCHTO N T VOCH T IGE R OP B E RGE N
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt en u wilt het opbergen, voer dan de volgende
stappen uit:
1. Laat eventueel achtergebleven water in de afvoertank lopen.
2. Pak het netsnoer op en stop het in het waterreservoir.
3. Reinig het luchtfilter
4. Bewaar het op een koele, droge plaats.
ONDERHOUD EN REINIGING
83
N E D E RL AN DS