Handmatig scherpstellen
Dankzij het Full Range AF-systeem kunt u
continu opnames maken gaande van close-up
(minimale afstand slechts 5 cm tot het
onderwerp) tot oneindig.
Of de camera echter ook goed scherpstelt, is
afhankelijk van de opnamesituatie. Gebruik in dit
geval de handmatige scherpstelling.
1
Zet de aan/uit-knop op
.
"REC"
2
Zet de opnamestand
op "M". (
blz. 13)
3
Druk op FOCUS. De
aanduiding voor
handmatig scherpstellen
verschijnt.
4
Druk op
of
op een onderwerp scherp te stellen.
● Als u niet verder of dichterbij kunt scherpstellen,
gaat "
" of "
" knipperen.
5
Druk op SET. Het scherpstellen is voltooid.
Teruggaan naar automatisch scherpstellen
Druk tweemaal op FOCUS.
In de hieronder beschreven situaties wordt
aanbevolen handmatig scherp te stellen.
● Als twee onderwerpen elkaar binnen hetzelfde
beeld overlappen.
● Als er te weinig licht is.*
● Als het onderwerp te weinig contrast heeft
(verschil tussen licht en donker), bijvoorbeeld een
vlakke, effen muur of een helderblauwe lucht.*
● Als een donker voorwerp nauwelijks zichtbaar is
op het LCD-scherm of in de zoeker.*
● Als een beeld hele kleine patronen of identieke,
zich herhalende patronen bevat.
● Als het beeld blootstaat aan zonnestralen of licht
dat weerkaatst via een grote hoeveelheid water.
● Als u een beeld met een contrastrijke achtergrond
filmt.
* De volgende waarschuwingen voor te laag
contrast knipperen:
Aanduiding
handmatig
scherpstellen
om
,
,
en
.
OPNAMEFUNCTIES
De belichting instellen
In de volgende situaties is het raadzaam
handmatig de belichting in te stellen:
● Als u filmt met omgekeerde belichting of als de
achtergrond te licht is.
● Als u filmt met een reflecterende natuurlijke
achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een
besneeuwde berg.
● Als de achtergrond erg donker is of als het
onderwerp licht is.
1
Zet de aan/uit-knop op
2
Zet de opnamestand op "M". (
3
Stel "BELICHTING" in op "HANDMATIG" in
het menu FUNCTIE. (
● Het menu voor de belichtingsinstelling wordt
weergegeven.
4
Als u het beeld lichter wilt maken, drukt u op
. Als u het beeld donkerder wilt maken, drukt u
op
. (maximaal ±6)
● De instelling +3 heeft hetzelfde effect als
achtergrondlichtcompensatie. (
● De instelling –3 heeft hetzelfde effect als het
instellen van PROGRAM AE op "SPOTLICHT".
(
blz. 31)
5
Druk op SET of
belichting is voltooid.
De automatische belichting herstellen
Selecteer "AUTOM" in stap 3.
OPMERKINGEN:
● Het is niet mogelijk om handmatig de belichting in
te stellen als tegelijk ook "PROGRAM AE" is
ingesteld op "SPOTLICHT" of "SNEEUW"
(
blz. 31), of als de
achtergrondlichtcompensatie is ingeschakeld.
● Als de aanpassing geen zichtbare
helderheidswijzigingen teweeg brengt, stelt u
"OPHELDEREN" in op "AUTOM". (
NE
.
"REC"
blz. 13)
blz. 23)
blz. 28)
. Het instellen van de
blz. 24)
27