Draai de inbusschroeven (14) los met de bijgeleverde
u
inbussleutel (21). Verwijder de inbusschroeven (14).
Verwijder de kettingbeschermer (6).
u
Draai de schroef voor het instellen van de kettingspanning
u
(7) naar links zodat het zwaard (9) zich terug kan trekken
en om de spanning op de zaagketting (8) te verminderen.
Verwijder de oude zaagketting (8) van het tandwiel (15) en
u
het zwaard (9).
Plaats de nieuwe zaagketting (8) in de groef van het
u
zwaard (9) en rond het tandwiel (15). Verzeker dat
de tanden in de juiste richting wijzen, de pijl op de
zaagketting (8) moet in dezelfde richting wijzen als de pijl
op de kettingbeschermer (6).
Verzeker dat de sleuf (17) in het zwaard (9) zich boven
u
de locatiepinnen (18) bevindt en dat het gat (20) onder de
sleuf zich over de instelpin (19) bevindt.
Plaats de kettingbeschermer (6) en de 2 inbusschroeven
u
(14) terug.
Draai de inbusschroeven (14) vast met de bijgeleverde
u
inbussleutel (21).
U kunt de kettingspanning op de hierna beschreven wijze
u
afstellen.
De kettingspanning controleren en afstellen (afb.
C–F)
Controleer de kettingspanning. De spanning is juist
u
wanneer de zaagketting (8) terugschiet als deze 3 mm
van het zwaard (9) wordt weggetrokken, waarbij met de
middelvinger en de duim lichte druk wordt uitgeoefend. De
zaagketting mag aan de onderzijde van het kettingzwaard
(9) en de ketting (8) 'niet doorzakken'.
Stel de spanning als volgt af:
Draai de 2 inbusschroeven (14) los.
u
Draai de stelschroef voor de kettingspanning (7) rechtsom.
u
Waarschuwing! Stel de ketting niet te strak af. Dit leidt tot
overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard
en de ketting.
Zet de 2 inbusschroeven (14) vast zodra de
u
kettingspanning juist is.
Waarschuwing! Controleer tijdens de eerste twee
gebruiksuren regelmatig de kettingspanning, omdat een
nieuwe zaagketting wat rekt.
Het oliereservoir vullen (afb. G)
Verwijder de oliedop (3) en vul het reservoir (4) met de
u
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil zien in het
oliereservoir (4). Plaats de oliedop (3) terug.
Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens
u
het oliepeil; Als het reservoir minder dan een kwart gevuld
is, haal de accu (10) dan uit het gereedschap en vul het
reservoir (4) bij met de juiste olie.
(Vertaling van de originele instructies)
De ketting smeren (afb. G)
De zaagketting (8) moet vóór elk gebruik en na reiniging
gesmeerd worden en dit uitsluitend met olie van de juiste
klasse (cat. nr. A6027).
Smeer de zaagketting (8) voor het maken van elke
u
zaagsnede door twee keer op de bol op de oliedop (3) te
drukken en de bol 3-4 seconden ingedrukt te houden.
Gebruik
In- en uitschakelen (afb. G)
Waarschuwing! Laat het gereedschap op z'n eigen snelheid
werken, niet overbelasten.
Voor uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust met een
dubbel schakelaarsysteem. Hierdoor wordt onbedoeld
inschakelen van het gereedschap voorkomen.
Inschakelen
Duw de knop voor vergrendeling (2) in en knijp
u
tegelijkertijd de aan/uit-schakelaar (1) in.
Laat de ontgrendelingsknop (2) los.
u
Uitschakelen
Laat de aan/uit-schakelaar (1) los.
u
Waarschuwing! Probeer nooit om een schakelaar in de
ingeschakelde stand te vergrendelen.
Bomen snoeien (afb. H)
Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het
snoeien van de boomtakken verbieden.
Snoeien mag alleen uitgevoerd worden door ervaren
gebruikers, omdat er een verhoogd risico is op het klemmen
van de zaagketting (8) en terugslag.
Houd vóór het snoeien rekening met alle omstandigheden die
de valrichting kunnen beïnvloeden, waaronder:
De lengte en het gewicht van de te zagen tak.
u
Een verdikking of rotte plek.
u
Andere bomen of obstakels zoals bovengrondse kabels.
u
De richting en kracht van de wind.
u
Vervlechtingen van de tak met andere takken.
u
Houd rekening met de toegankelijkheid van de tak en de
valrichting. Takken hebben de neiging om naar de boomstam
te zwaaien. Behalve de gebruiker loopt elke omstander, elk
object of elk gebouw onder de tak gevaar.
Om splinteren te voorkomen, wordt de eerste snede van
onder naar boven gemaakt, tot een diepte van maximaal
één derde van de diameter van de tak. Maak vervolgens een
neerwaartse tweede snede tot aan de eerste.
Licht zaagwerk (afb. I)
De manier van zagen is afhankelijk van de ondersteuning van
het blok. Gebruik van een zaagbok waar mogelijk.
NEDERLANDS
51