NL
Steigerhaak
24. Neus
25. Frame
26. Rug
27. Poort
28. Vergrendelingshendel
29. Touw oog
30. Klinknagelpennen
31. Poortopening
Fig. II
a.
Verankering
b. Lengte van de connector
c.
Lengte van uitbreiding
d. Hoogte gebruiker
e.
Veiligheidsafstand
f.
Obstakel / vloer
g. Vrije ruimte
Gebruiksdoel (Zie Afb. I)
Harnas
Dit harnas is ontworpen voor gebruik in een fixatiesysteem, waar het, in combinatie met een
geschikte vanglijn, connectoren en verankering, voorkomt dat de gebruiker een gebied betreedt
waar hij kan vallen. Kan ook worden gebruikt voor valstop indien gebruikt met een geschikte
schokdemper.
Bevestigingslijn voor positionering met vaste lengte
Deze lijn wordt gebruikt om verbinding te maken met een geschikte verankering als onderdeel van
een werkpositionerings- of beveiligingssysteem.
WAARSCHUWING: Gebruik deze lijn niet voor volbeveiliging zonder schokdemper.
Karabijnhaak
Deze karabijnhaak wordt gebruikt als verbindingsstuk in veiligheidssystemen op hoogte.
Het kan worden gebruikt om componenten te verbinden, waaronder verankeringen, voor
valbeveiliging, werkpositionering, bewegingsbeperking, redding, ophalen, evacuatie en operaties
voor het betreden/verlaten van besloten ruimten, afhankelijk van de gebruikte bijbehorende
systeemcomponenten.
Steigerhaak
Deze steigerhaak wordt gebruikt als verbindingsstuk voor verankeringen in
hoogtebeveiligingssystemen. Het kan worden gebruikt voor valbeveiliging, werkpositionering en
bewegingsbeperking, afhankelijk van de gebruikte bijbehorende systeemcomponenten.
Opmerking: Voor niet-commercieel gebruik is alleen ( van toepassing op het systeem en alle
componenten).
Gebruiksbeperkingen
WAARSCHUWING: Gebruik geen werkpositionering of veiligheidsgordel als het risico bestaat
dat de gordel wordt opgehangen of blootgesteld aan onbedoelde spanning.
WAARSCHUWING: Hoogteveiligheidsuitrusting is ontworpen om een val van hoogte SLECHTS
EENMAAL te stoppen! Als het gebruikt is om een val te stoppen, moet het uit de dienst worden
genomen en onbruikbaar worden gemaakt.Zodra de uitrusting gediend heeft om een val te
stoppen, moet ze uit dienst genomen worden en onbruikbaar worden gemaakt.
• Handmatig vergrendelende of zelfsluitende poorten mogen alleen worden gebruikt als de
gebruiker de connector niet vaak hoeft aan te brengen en te verwijderen, d.w.z. vele malen per
werkdag.
46
• Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik door één persoon met een gecombineerd
totaalgewicht van niet meer dan 140 kg, inclusief kleding, gereedschap en andere door de
gebruiker gedragen voorwerpen
• Wees uiterst VOORZICHTIG bij het werken in de buurt van spanningvoerende elektrische
bronnen. Metaal geleidt elektrische stroom. Bewaar een veilige werkafstand (minstens 3 m) van
alle elektrische gevaren.
• Een volledig lichaamsharnas is het enige aanvaardbare beveilingssysteem dat kan worden
gebruikt als valbeveiliging.
• Overschrijd nooit de totale lengte van een subsysteem van 2 meter met een energiedemper,
inclusief vallijn, uiteinden en connectoren.
• Gebruik nooit een vallijn voor valstopdoeleinden zonder energiedemper.
• Minimaliseer altijd de hoeveelheid speling in de vallijn in de buurt van een valgevaar.
• Ga altijd naar een gebied waar geen valgevaar is om de lengte van de vallijn aan te passen.
• Knip nooit de vrije staart af van een dubbele vallijn in combinatie met een energiedemper op de
rug van harnas.
• Gebruik in een valbeveiligingssysteem nooit aparte vallijnen met energieadempers parallel aan
elkaar. Anders kunnen ze verstrikt raken en de werking van de energiedempers belemmeren.
Houd bij het gebruik en bij het onderhoud en de opslag rekening met de beperkingen van de
materialen waaruit deze apparatuur is gemaakt:
• Apparatuur moet worden afgeschermd wanneer deze wordt gebruikt in de buurt van lassen,
metaalsnijden of andere activiteiten waarbij grote hoeveelheden warmte worden geproduceerd
• Niet gebruiken in omgevingen met temperaturen lager dan -40 °C / -40 °F of hoger dan 80 °C /
176 °F
• De sterkte, duurzaamheid en functionaliteit van hardware (gespen, verbindingen enz.) en
verbindingsstukken (karabijnhaken, steigerhaken enz.) worden onder andere beïnvloed door de
volgende factoren:
o Verontreiniging met stoffen zoals zuren, alkali, eten en drinken (zoals melk, wijn en azijn) en
water (vooral zout water)
o Extreme temperaturen
• Zure, alkalische of andere omgevingen met agressieve stoffen kunnen hardware (gespen,
verbindingen enz.) en connectoren (karabiners, steigerhaken enz.) beschadigen. Organische
stoffen en zout water zijn bijzonder corrosief voor metalen onderdelen
• De sterkte van synthetische vezels die worden gebruikt in hoogteveiligheidsuitrusting (bijv.
de banden die worden gebruikt in een valstopharnas) wordt beïnvloed door onder meer de
volgende factoren:
o Binnendringen van vuil, gruis en andere schuurmiddelen
o Mechanische schade (bijv. wrijving tijdens gebruik)
o Chemische verontreiniging met stoffen zoals zuren, alkali, oliën en zeewater
o UV-straling van onder andere zonlicht
o Extreme temperaturen
• Voor hoogteveiligheidsmiddelen met synthetische vezels geldt een verplichte
verouderingstermijn. Zie het hoofdstuk 'Verwijderen' voor meer informatie
Neem maatregelen om de blootstelling aan situaties die de sterkte van de apparatuur in gevaar
kunnen brengen, te verminderen. Volg altijd de richtlijnen voor onderhoud, opslag en transport.
Stappen kunnen het volgende omvatten:
• Vermijd contact met ruwe, schurende oppervlakken, scherpe randen, snijgereedschap enz.
• Vermijd contact met chemicaliën waarvan bekend is dat ze de materialen verzwakken
• Het volgen van de juiste reinigings- en onderhoudsprocessen
• Vermijd werken met deze apparatuur bij nat weer
• Vermijd het werken met deze apparatuur als het erg warm en zonnig of erg koud is
Opmerking: Verschillende materialen hebben verschillende weerstanden en kwetsbaarheden.
Zorg ervoor dat voor elk systeem dat relevant is voor de materialen en de systeemconfiguratie een
specifieke aanpak voor risicovermindering wordt gevolgd.
Apparatuur moet regelmatig worden geïnspecteerd (zie 'Inspectieprocedure'). Als u schade
vermoedt, stelt u het apparaat buiten gebruik en maakt u het onbruikbaar (zie 'Verwijderen').
Het uitpakken van uw gereedschap
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle kenmerken en functies
vertrouwd raakt.
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Indien er onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn, dienen deze vervangen te worden alvorens het gereedschap te
gebruiken