Descargar Imprimir esta página

Silverline 254301 Manual De Instrucciones página 47

Juego de arnés anticaidas
Ocultar thumbs Ver también para 254301:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 30
Voorafgaand aan het gebruik
Controleren voor gebruik
• Voor elk gebruik moet een visuele en tactiele (d.w.z. tastbare) inspectie worden uitgevoerd.
Alle onderdelen van de uitrusting moeten worden geïnspecteerd in een ruimte met geschikte
lichtomstandigheden.
1. Haal de banden, riem of touw langzaam door uw handen om kleine sneetjes van 1 mm of meer
in materiaalranden, schaafwonden en draaischade te detecteren. Voel of de vezels zachter en
harder worden en let op het binnendringen van verontreinigingen
2. Inspecteer alle stiksels op zichtbare schade.
3. Controleer alle hardware en connectoren op schade en bevestig de functionaliteit.
4. Controleer de correcte werking van karabijnhaak (11) en steigerhaak (15) en de goede werking
van hun veiligheidsmechanismen.
5. Controleer de lijn (14), de touwhuls (12) en de beschermhulzen (13) op beschadigingen
Opmerking: Raadpleeg de sectie 'Onderhoud' voor verder advies over foutcondities.
• Als uit de risicobeoordeling blijkt dat laden over een rand mogelijk is, neem dan passende
voorzorgsmaatregelen om een veilig gebruik van de veiligheidslijn te garanderen.
Installatie en afstelling harnas
• Voorbereiding ( zie afbeelding A ):
1. Identificeer alle onderdelen en riemen (zie 'Product vertrouwd maken')
2. Open en laat de borstgesp (4) en beide beenriemgespen (8) los
Opmerking: Draai alle schuif- en vierkante verbindingen met drie staven volledig los om ze vast te
zetten tijdens de montage.
3. Til het harnas op de D-ring van het dorsale bevestigingspunt (A) (9) en zorg ervoor dat alle
riemen recht hangen
• Installatie schouder- en borstband (zie afbeelding B-C):
1. Monteer de schouderbanden (1) van het harnas over uw schouders
2. Plaats uw armen door de schouderbanden, zodat het dorsale bevestigingspunt (A) (9) zich op de
achterkant bevindt
Opmerking: Zorg ervoor dat het harnas niet 'binnenstebuiten' is gedraaid door te controleren of de
D-ring van het dorsale bevestigingspunt (A) zich aan de buitenkant bevindt.
3. Maak de borstgesp (4) vast door de schuif met drie staven door de vierkante schakel te steken,
zodat beide delen plat op elkaar liggen en in elkaar grijpen
4. Schuif de schuifregelaars van de borstband (3) omhoog of omlaag langs het harnas
Opmerking: De borstband moet recht over het borstbeen lopen. Het mag niet diagonaal of dicht
bij de hals lopen.
• Installatie poten (zie afbeelding D-E):
1. Ga rechtop en recht staan, zoek de beenbanden (7) en zorg ervoor dat ze niet verdraaid zijn.
2. Reik naar achteren en haal de eerste beenband van achteren naar voren tussen uw benen door.
3. Maak de beenriemgesp (8) vast door de schuif met drie staven door de vierkante schakel te
steken, zodat beide delen plat op elkaar liggen en in elkaar grijpen
4. Herhaal aan de andere kant.
5. Pas de beenbanden aan door het uiteinde van de band door de riemschuif te trekken, totdat een
goede pasvorm is bereikt en het bandmateriaal comfortabel zit, zo hoog mogelijk, tussen de
binnenkant van het been en de lies. Laat los en pas indien nodig opnieuw aan, totdat een veilige
pasvorm is bereikt.
WAARSCHUWING: Correcte montage van de beenbanden (7) is van het allergrootste belang
voor de veilige en effectieve werking van het harnas. Ernstig letsel kan optreden tijdens een
gestopte val, als het weefsel verdraaid is of als de beenbanden niet goed zijn afgesteld in de
liesstreek.
• Installatie heupgordel (zie afbeelding F-G):
1. Ga rechtop en recht staan, lokaliseer beide uiteinden van de heupgordel (5) en zorg ervoor dat ze
niet verdraaid zijn
2. Maak de gesp van de heupgordel (6) vast door de schuif met drie staven door de vierkante
schakel te steken, zodat beide delen plat op elkaar liggen en in elkaar grijpen
3. Pas de heupgordel aan door het uiteinde van de band door de riemschuif te trekken totdat deze
goed vastzit
Opmerking: Bevestig de comfortabele en toch goede pasvorm van het harnas door te hurken en
uw armen boven uw hoofd te bewegen. De gebruiker moet zich comfortabel kunnen verplaatsen en
zijn werkpositie kunnen bereiken, zonder dat het harnas hem in zijn bewegingsvrijheid beperkt.
Harnas en vallijn set
Verbinden met componenten van het
hoogteveiligheidssysteem
WAARSCHUWING: Karabijnhaken en andere verbindingsstukken moeten ALTIJD worden
gebruikt met de poort gesloten en goed vergrendeld. Raadpleeg de instructies van de
connectorfabrikant voor de verificatie- en inspectieprocedure.
WAARSCHUWING: De totale lengte van een vallijn die is aangesloten op een energiedemper
(inclusief uiteinden zoals touwogen en verbindingsstukken zoals karabijnhaken en steigerhaken)
mag NIET langer zijn dan 2 m.
• Gebruik het dorsale bevestigingspunt (A) (9) om met een geschikte karabijnhaak te verbinden
met een schokdemper of schokdemper/lijncombinatie
• Gebruik de laterale bevestigingspunten (10) NIET voor aansluiting op een
valbeveiligingssysteem. Deze bevestigingspunten zijn UITSLUITEND bedoeld voor fixatie.
Vrije ruimte
Vrije valhoogte (fig. II):
• Voor gebruik is het essentieel om de vereiste vrije ruimte onder de gebruiker te controleren.
Deze vrije ruimte moet voldoende zijn om te voorkomen dat de gebruiker bij een val de grond
of een ander obstakel raakt.
• De benodigde vrije ruimte moet worden berekend met behulp van de volgende basisformule:
Connectorlengte inclusief verlenging energiedemper + hoogte van de persoon +
veiligheidsafstand = vereiste vrije ruimte
• Bij een valfactor 2 situatie met een last van 100 kg wordt de veiligheidsafstand 1 m beschouwd.
De veiligheidsafstand moet geschikt worden berekend voor de valfactor en belasting van de
activiteit.
Zwaaivallen (Afb. III):
WAARSCHUWING: De kracht van het raken van een object tijdens een zwaaival kan ernstig
letsel of de dood tot gevolg hebben
• Zwaaivallen treden op wanneer de verankering niet direct boven het punt ligt waar een val
plaatsvindt
• Minimaliseer zwaaivallen door zo dicht mogelijk bij de verankering te werken
• Ga NIET in een situatie waarin een zwaaival kan optreden, als dit waarschijnlijk kan leiden tot
letsel
Opmerkingen: Het risico van zwaaivallen vergroot de vereiste vrije ruimte aanzienlijk bij gebruik
van een zelfoprollende reddingslijn of een ander verbindingssysteem met variabele lengte.
Verbinding maken met werkpositionerings- of
beveiligingssystemen
Opmerking: Dit harnas is uitgerust met een heupgordel (5) en laterale bevestigingspunten (10)
die het gebruik ervan in werkpositioneringssystemen mogelijk maken. Bij werken op hoogte MOET
een back-up valbeveiligingssysteem worden gebruikt.
• De laterale bevestigingspunten zijn ontworpen om ofwel de gebruiker tijdens het werk in een
bepaalde positie te houden (hangend werken), ofwel om te voorkomen dat de werknemer een
zone betreedt waar hij kan vallen (bewegingsbeperking, riemprincipe, zie afb. IV). .
• De laterale bevestigingspunten mogen UITSLUITEND worden gebruikt voor bevestiging aan een
werkpositioneringssysteem. NIET aansluiten op een valbeveiligingssysteem.
• Gebruik ALTIJD de twee laterale D-ringen samen door er een geschikte positioneringslijn tussen
te knippen. Sluit de laterale D-ringen NIET afzonderlijk aan.
• Er moet een steunvlak voor de voeten zijn voor een comfortabele werkhouding.
• De beweging moet worden beperkt tot een maximum van 0,6 m en de lijn (14) moet constant
onder spanning worden gehouden (zie afb. V).
Verankeringsvereisten (afb. VI)
• De minimale sterkte van elke verankering moet 10 kN zijn, volgens EN795
• Controleer de verankering op tekenen van slijtage.
• Zoals bij alle hoogteveiligheidsuitrustingen, moeten verankeringen regelmatig worden
geïnspecteerd door een deskundig persoon. Inspecteer ten minste eenmaal per drie maanden
en noteer de bevindingen in een speciaal onderhoudsboekje.
• Controleer of de connector de juiste maat heeft voor de te gebruiken verankering. Als de
connector te klein is, gebruik dan een ankerstrop om aan de verankering te bevestigen.
Verankeringspositie
WAARSCHUWING: Bij gebruik van deze uitrusting voor werkpositionering moet de verankering
zich op of boven heuphoogte bevinden.
• Bij gebruik van deze uitrusting voor het stoppen van een val, moet de verankering zich bij
voorkeur boven de positie van de gebruiker bevinden
silverlinetools.com
47

Publicidad

loading