19.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Hieronder ziet u een aantal mogelijke storingen.
Wanneer het probleem niet op de beschreven wijze kan worden opgelost, neem dan contact op met de Technische Dienst.
PROBLEEM
De koffie is niet warm.
De koffie is weinig volumineus of
heeft weinig crème.
De koffie wordt te langzaam of drup-
pelsgewijs geleverd.
De koffie loopt niet uit één of beide
tuitjes van de koffieuitloop.
Het apparaat levert geen koffie
Het apparaat schakelt niet in
MOGELIJKE OORZAAK
De kopjes zijn niet voorverwarmd.
De zetgroep is afgekoeld omdat er
sinds het laatste kopje koffie 2/3 minu-
ten verstreken zijn.
De koffietemperatuur is laag ingesteld. Stel via het menu een hogere koffietemperatuur
De koffie is te grof gemalen.
De koffie is niet geschikt.
De koffie is niet vers.
De koffie is te fijn gemalen.
De tuitjes van de koffieuitloop (A9) zijn
verstopt.
Het apparaat detecteert interne onzui-
verheden: het display toont "Reiniging
bezig".
De voedingskabel (D7) is niet goed
geplaatst.
De stekker is niet in het stopcontact
geplaatst.
De hoofdschakelaar (A22) is niet
ingeschakeld.
25
OPLOSSING
Verwarm de kopjes voor door ze te spoelen
met warm water (N.B: u kunt de functie heet
water gebruiken).
Alvorens koffie te zetten, de zetgroep verwar-
men met een spoeling, door middel van de
betreffende functie (zie par. "6.3 Spoeling
in (zie par. "6.9 Koffietemperatuur
Draai de regelknop van de maalgraad (A5) één
klik naar links in de richting van het nummer 1
terwijl de koffiemolen in werking is (afb. 13).
Draai de knop één klik per keer tot de afgifte
naar wens is. Het effect is pas zichtbaar nadat
er 2 keer koffie is gezet (zie par. "7.5 Instelling
van de koffiemolen").
Gebruik koffie voor espressomachines.
De koffieverpakking is al te lang open en heeft
zijn smaak verloren.
Draai de regelknop van de maalgraad (A5) één
klik naar rechts in de richting van het nummer
7 terwijl de koffiemolen in werking is (afb. 13).
Draai de knop één klik per keer tot de afgifte
naar wens is. Het effect is pas zichtbaar nadat
er 2 keer koffie is gezet (zie par. "7.5 Instelling
van de koffiemolen").
Reinig de tuitjes met een tandenstoker (afb.
25B).
Wacht tot het apparaat weer klaar is voor
gebruik en selecteer opnieuw de gewenste
drank. Wanneer het probleem zich blijft voor-
doen, neem dan contact op met het geautori-
seerde servicecentrum.
Plaats de connector goed in de daarvoor be-
stemde zitting aan de achterzijde van het ap-
paraat (afb. 1).
Steek de stekker in het stopcontact (afb. 1).
Druk op de hoofdschakelaar (afb. 2).
"
).
"
).