Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Aanbrengen van de luchtafvoerslang
Plaats het apparaat bij een raam of opening, zodat de lucht via de afvoerslang naar
buiten kan stromen.
1. Trek de afvoerslang voorzichtig uit totdat de gewenste lengte is bereikt.
2. Schroef een uiteinde van afvoerslang (B) in het vierkante aansluitstuk (A).
3. Schroef het ronde aansluitstuk (C) op het andere uiteinde van de afvoerslang
(B).
4. Schuif het vierkante verbindingsstuk (A) aan de achterkant van de airconditioner
op de luchtuitlaat.
5. Hang het andere uiteinde van de afvoerslang (B) naar buiten. Zorg ervoor dat de
slang een vrije doorgang heeft. Sluit ramen en deuren zoveel mogelijk. Gebruik
zo nodig de raamafdichtingsplaat.
6. OPMERKING: De optimale werking van de airconditioner is afhankelijk van de
lengte van de afvoerslang en het aantal bochten. Probeer beide te beperken.
De meegeleverde flexibele afvoerslang heeft een maximale lengte van
ongeveer 150 cm. Dit stemt overeen met de capaciteit van de airconditioner.
Het gebruik van andere slangen of verlengstukken kan storingen in het
apparaat veroorzaken. De lucht moet ongehinderd kunnen stromen, anders
kan dit leiden tot oververhitting van het apparaat of condensatie van water in de
luchtafvoerslang. Zorg er daarom voor dat er geen knikken of scherpe bochten
in de afvoerslang zitten. Voor een optimaal resultaat moet de afvoerslang tijdens
het gebruik van de airconditioner korter dan 1 meter zijn.
Publicidad
