6. ONDERHOUD
Let wel: Voordat u de airconditioner reinigt, moet u het apparaat uitschakelen met
de AAN/UIT toets, enkele minuten wachten en de stekker uit het stopcontact halen.
De buitenkant schoonmaken
Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een licht vochtige doek en veeg
het vervolgens af met een droge doek. Zo nodig kunt u de buitenkant van het
apparaat met een mild afwasmiddel reinigen.
Was het apparaat nooit met water. Dit kan gevaarlijk zijn.
•
Gebruik om het apparaat te reinigen geen benzine, alcohol of dergelijke
•
oplosmiddelen.
Spuit nooit met insectensprays of dergelijke middelen.
•
Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen om het apparaat te
•
reinigen.
Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit onder in water of een andere
•
vloeistof.
Het luchtfilter reinigen
Om het apparaat zo goed mogelijk te laten functioneren, raden wij aan het luchtfilter
elke week te reinigen. Het luchtfilter kan verstopt raken met stof en vuil. Verwijder
het luchtfilter zoals op de tekening aangegeven.
Gebruik een stofzuiger om al het stof van het luchtfilter te verwijderen. Als het
luchtfilter erg vuil is, kunt u het met lauw water schoonmaken.
Dompel het luchtfilter onder in lauw water (max. 40°C) met een mild
•
schoonmaakmiddel. Spoel het luchtfilter een paar keer uit en laat het aan de
lucht drogen. Laat het luchtfilter niet in de zon of op de verwarming drogen.
Plaats het luchtfilter terug. Controleer of het volledig droog is, voordat u het
•
apparaat weer gebruikt.
Reinigen van de luchtinlaten
Om het apparaat zo goed mogelijk te laten functioneren, kunt u de luchtinlaten
reinigen met behulp van een stofzuiger met een zachte borstelmond.