Nederlands
AANWIJZING
Instellingen voor afstandsbediening
moet aan het regelende apparaat
worden uitgevoerd
Om ervoor te zorgen dat de
afstandsbediening functioneert, moeten
de volgende stappen op het regelende
apparaat worden uitgevoerd.
Welk apparaat regelt en welk apparaat
wordt geregeld dient vooraf bepaald te
worden.
a
De apparaten zijn met een ethernetka-
bel met elkaar verbonden.
a
Beide apparaten zijn ingeschakeld en
klaar voor gebruik.
1. Klik op de knop (pos. 1)
Instelling [
afbeelding
2. Klik op de knop (pos. 2) Kooksysteem
[
afbeelding
3. Klik op de knop (pos. 1) Afstandsbe-
diening [
afbeelding
>
Het menu van de afstandsbedieing
is geopend. U kunt de volgende
configuratie uitvoeren.
4. Klik op de knop (pos. 2) Apparaatnaam
[
afbeelding
>
Voer een eenduidige apparaatnaam
in.
5. Klik op de knop (pos. 3) Apparaatkleur
[
afbeelding
>
Selecteer een apparaatkleur.
6. Zet de knop Afstandsbediening op
(pos. 4) AAN [
7. Klik op de knop (pos. 5) IP-adres van
op afstand te bedienen apparaat
[
afbeelding
50 / 96
19].
19].
20].
20].
20].
afbeelding
20] .
20].
80.51.378_iCombiPro-iCombiClassic_CD-U_IM_EU-west
>
Voer het IP-adres van de iCombi in,
die op afstand moet worden be-
diend.
>>
De apparaten zijn met elkaar verbon-
den.
Belangrijk: u kunt schakelen tussen de ap-
paraten (pos. 6) [
Bij toegang van het regelende apparaat op
het apparaat dat geregeld moet worden,
wordt het display in de gekozen kleur (zie
stap 5) ingekaderd. Zo is zichtbaar dat er
nu op een ander apparaat instellingen kun-
nen worden uitgevoerd.
6 | Afstandsbediening
afbeelding
20].