Wanneer de geselecteerde kolom knippert dan past
u met behulp van de toetsen SPEED UP en SPEED
DOWN de waarden aan. Druk op de ENTER toets
om van kolom te veranderen. Herhaal dit procédé
totdat u over het gewenste profiel beschikt.
Wanneer de waarden zijn bepaald blijven ze in het
geheugen opgeslagen.
P 10
Km/h
14.5~16.0
13.5~14.0
11.5~13.0
10.5~11.0
8.5~10.0
7.5~ 8.0
5.5~ 7.0
4.5~ 5.0
2.5~ 4.0
1.0~ 2.0
P 11
Km/h
14.5~16.0
13.5~14.0
11.5~13.0
10.5~11.0
8.5~10.0
7.5~ 8.0
5.5~ 7.0
4.5~ 5.0
2.5~ 4.0
1.0~ 2.0
P 12
Km/h
14.5~16.0
13.5~14.0
11.5~13.0
10.5~11.0
8.5~10.0
7.5~ 8.0
5.5~ 7.0
4.5~ 5.0
2.5~ 4.0
1.0~ 2.0
3.6- PROGRAMMA PULSE RATE
Dit programma dient om de oefening die u heeft
geselecteerd met een constante hartslag uit te
voeren. Het toestel past de snelheid aan zodat de
hartslag van de gebruiker op elk ogenblik op de
ingevoerde waarde blijft.
Als u bijvoorbeeld 100 PPM (pulses per minute)
heeft geprogrammeerd en het toestel overschrijdt
dit cijfer dan vermindert het toestel de snelheid met
eenheden van 0,5 km/u. Als u daarentegen de
geprogrammeerde PPM niet zou bereiken, dan
vermeerdert de machine de snelheid met eenheden
van 0,5 km/u totdat de geprogrammeerde waarde
wordt behaald.
Druk op de START / STOP toets en met het rode lichtje
op STOP drukt u op de toets SELECT PROGRAM toets
totdat op het display (B op de figuur 1) het teken van
een hartje verschijnt. Daarna drukt u op de ENTER
toets totdat het scherm dat PULSE op het display
aangeeft aan het knipperen is. Met behulp van de
toetsen SPEED UP en SPEED DOWN verhoogt of
verlaagt u het niveau van de hartslag die u wenst aan
te houden tijdens de oefening.
ELECTRONICO G-635
Daarna drukt u op START/STOP om uw oefening
uit te voeren, met de toetsen SPEED UP en SPEED
DOWN kunt u de snelheid veranderen die initieel
op de monitor is voorgeprogrammeerd.
3.7- NOODSTOP
Om de veiligheid van de gebruiker te garanderen,
beschikt dit toestel over een veiligheidssleutel (D
op fig. 1) en een START/STOP toets.
De veiligheidssleutel (D) dient zich in zijn houder te
bevinden (zie fig. 1). Als dit niet het geval is, zal de
machine niet starten.
Wanneer u het toestel gebruikt, maak dan de
veiligheidssleutel met de clip aan uw kledij vast. Met
een ruk, springt de sleutel uit zijn houder en stopt
het toestel ogenblikkelijk. Om het toestel opnieuw
in werking te zetten, brengt u de sleutel terug in
zijn houder.
Haal de veiligheidssleutel (D) uit het toestel als u
het niet gebruikt en berg de sleutel buiten het bereik
van kinderen op.
Door op de rode START / STOP knop te drukken,
stopt het toestel onmiddellijk. Om het toestel
opnieuw in werking te zetten, drukt u op de START
/ STOP toets.
3.8- HELLING
De helling is een functie die onafhankelijk is van
alle andere functies. Telkens als u de algemene
schakelaar (L) in de positie I zet, zoals in de
montagehandleiding is aangegeven, verschijnt op
het display de helling waarin u het toestel laatst
heeft gelaten.
Door op de toetsen "INCLINE UP" of "INCLINE
DOWN" te drukken, kunt de helling van het toestel
afstellen van niveau 1 tot niveau 10.
Belangrijk. Verander de helling van uw loopband
niet door voorwerpen onder de band te zetten.
BELANGRIJK. DE HELLING DIENT OP HET LAAGSTE
NIVEAU TE STAAN VOORDAT U HET TOESTEL IN
ZIJN VOUWPOSITIE PLAATST.
47
47
P 13 (H.R.C.)
Km/h
14.5~16.0
13.5~14.0
11.5~13.0
10.5~11.0
8.5~10.0
7.5~ 8.0
5.5~ 7.0
4.5~ 5.0
2.5~ 4.0
1.0~ 2.0
29/9/04, 09:10