vallende, gloeiende metalen druppels brandwonden kunnen ver-
oorzaken.
Draag geschikte beschermende kleding, geen synthetische kleding-
stukken.
Kijk niet met onbeschermde ogen in de vlamboog, gebruik alleen
een lassers-lasscherm met goedgekeurd veiligheidsglas volgens
DIN. De vlamboog geeft behalve licht- en warmtestralen, die een
verblinding c.q. brandwond veroorzaken, ook UV-stralen af.
Deze onzichtbare ultraviolette straling veroorzaken bij onvoldoende
bescherming een zeer pijnlijke bindvliesontsteking die pas enkele
uren later wordt opgemerkt. Daarnaast veroorzaken UV-straling op
onbeschermde lichaamsdelen verbranding zoals bij zonnebrand.
Ook personen of assistenten die zich in de buurt van de vlamboog
bevinden, moeten op de gevaren worden gewezen en met de
nodige beschermende middelen worden uitgerust. Stel, indien
nodig, schermen op.
Tijdens het lassen, vooral in kleine ruimtes, dient voor voldoende
toevoer van frisse lucht te worden gezorgd, omdat rook en schade-
lijke gassen ontstaan.
Aan containers waarin gassen, brandstoffen, minerale oliën of
dergelijke worden opgeslagen, mogen – ook wanneer ze reeds
lang geleden werden leeggemaakt – geen laswerkzaamheden
worden uitgevoerd, omdat door restanten explosiegevaar bestaat.
In brand- en explosiegevaarlijke ruimtes gelden speciale voorschriften.
Lasverbindingen die aan grote belastingen zijn blootgesteld en
aan bepaalde veiligheidseisen moeten voldoen, mogen alleen
door speciaal opgeleide en gekeurde lassers worden uitgevoerd.
Voorbeelden zijn drukketels, looprails, aanhangerkoppelingen, enz.
LET OP! Sluit de aardingsklem altijd zo dicht als mogelijk bij
de lasnaad aan, zodat de lasstroom de kortst mogelijke weg van
de elektrode naar de aardingsklem kan nemen. Verbind de aar-
dingsklem nooit met de behuizing van het lasapparaat! Sluit de
aardingsklem nooit aan op geaarde delen, die ver van het werkstuk
verwijderd liggen, bijv. een waterleiding in een andere hoek van
de ruimte. Anders zou het kunnen dat het aardingssysteem van de
ruimte waarin u last, beschadigd wordt.
Gebruik het lasapparaat niet in de regen.
Gebruik het lasapparaat niet in een vochtige omgeving.
Plaats het lasapparaat alleen op een vlakke plek.
De uitgang is bij een omgevingstemperatuur van 20 °C gedimensi-
oneerd. De lastijd kan bij hogere temperaturen verminderd zijn.
63
NL/BE