Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Verbind de laskabels overeenkomstig hun polariteit en volgens de informatie van de elektrodeproducent.
„
Verbind daarvoor de aansluiting van de aardingsklem
„
inverter-lasapparaat (gemarkeerd met "-").
Verbind de aansluiting van de elektrodehouders
„
paraat (gemarkeerd met "+").
Trek conform de richtlijnen geschikte beschermende kleding aan en bereid uw werkplek voor.
„
Sluit de aardingsklem
„
Klem de elektrode in de elektrodehouder
„
Schakel het apparaat in door de AAN-/UIT-schakelaar
„
Stel de lasstroom met de draaiknop
„
AANWIJZING: De aanbevolen, in te stellen lasstroom, afhankelijk van de elektrodediameter,
kunt u vinden in de volgende tabel.
Ø elektrode
1,6 mm
2,0 mm
2,5 mm
3,2 mm
LET OP: De aardingsklem
maken.
LET OP: Bij het lassen met elektroden (MMA – manual metal arc welding – elektrodenlassen),
moeten de elektrodehouder
op Plus (+) c.q. Min (-) worden aangesloten.
Houd het lasscherm
„
Om de bewerking te beëindigen, zet u de AAN-/UIT-schakelaar
„
LET OP: Bij het activeren van de thermozekering gaat het gele indicatielampje
geval is verder lassen niet mogelijk. Het apparaat is verder in bedrijf, zodat de ventilator het apparaat
afkoelt. Zodra het apparaat weer bedrijfsklaar is, wordt het gele indicatielampje
uitgeschakeld. Nu is lassen weer mogelijk.
LET OP: Let erop de elektrode niet over het werkstuk te wrijven. Daarmee kan het werkstuk bescha-
digd raken en de ontsteking van de vlamboog bemoeilijkt worden. Neem na het ontsteken van de vlam-
boog de correcte afstand tot het werkstuk in acht. De afstand moet met de diameter van de gebruikte
elektrode overeenkomen. Neem deze afstand tijdens het lassen zo precies mogelijk en constant in acht.
De hoek tussen de elektrode en de werkrichting moet tussen 20° en 30° liggen.
LET OP: Lasklem en laselektrode moeten na de lasprocedure op de geïsoleerde houder worden
gelegd. Pas wanneer de elektrode is afgekoeld, kan de smeltslak worden verwijderd. Om de onderbroken
lasnaad opnieuw te lassen, moet eerst de smeltslak op de laspositie worden verwijderd.
LET OP: Een spanning die 10% lager is dan de nominale ingangsspanning van het lasapparaat,
kan tot de volgende consequenties leiden:
De stroom van het apparaat neemt af.
„
De vlamboog breekt af of wordt instabiel.
„
op het werkstuk aan.
4
5
in, afhankelijk van de gebruikte elektrode.
3
Lasstroom
40 – 60 A
60 – 80 A
80 – 100 A
100 – 120 A
en de elektrodehouder
4
en de aardingsklem
5
voor het gezicht en begin met de lasprocedure.
7
met de betreffende uitgang op het
4
met de betreffende uitgang op het inverter-lasap-
5
.
op positie "I" ("ON") te zetten.
9
/de elektrode mogen geen direct contact
5
overeenkomstig de gegevens van de elektroden
4
op positie "O" ("OFF").
9
branden. In dit
2
automatisch
2
NL/BE
69
Publicidad
