BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 1)
LET OP:
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Houd het gereedschap en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en
beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
eraf.
Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
LET OP:
• Breng de accu altijd helemaal aan totdat het rode deel
niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu
per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen
in uw omgeving verwonden.
• Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet
gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze
niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem (lithiumionaccu
met een ster-merkteken) (zie afb. 2)
Lithiumionaccu's met een ster-merkteken zijn uitgerust
met een beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar het gereedschap uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
• Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de
accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst
afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar
inknijpt.
• Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in
die situatie de accu en laad hem op.
Aanduiding van de resterende acculading
(Alleen voor accu's met een "B" aan het einde van het
modelnummer.) (zie afb. 3)
Druk op de testknop op de accu om de resterende
accucapaciteit af te lezen. De indicatorlampjes branden
gedurende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
015658
OPMERKING:
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
Werking van de aan/uit-schakelaar
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten (zie afb. 4).
Voor uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust met een
tweevoudig in-/uitschakelsysteem. Om het gereedschap
in te schakelen, drukt u de uit-vergrendelknop en de aan/
uit-schakelaars A en B in. Laat één van de twee
ingedrukte aan/uit-schakelaars los om het gereedschap
uit te schakelen. De volgorde waarin de aan/uit-
schakelaars worden ingedrukt is niet van belang omdat
het gereedschap pas start nadat de tweede schakelaar is
ingedrukt.
Bedrijfslampje (zie afb. 5)
Tijdens gebruik van het gereedschap geeft het
bedrijfslampje de toestand van de acculading aan.
In het geval het gereedschap overbelast is en tijdens
gebruik is gestopt, brandt het bedrijfslampje rood.
Raadpleeg onderstaande tabel voor de toestand van de
accu en het gereedschap, alsmede de te nemen
maatregelen voor iedere status van het bedrijfslampje.
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu op.
Er kan een storing
in de accu zijn
opgetreden.
37