32. Start de grasmaaier niet terwijl u recht voor de
uitwerpopening staat.
33. Plaats nooit uw handen of voeten onder of
vlakbij de draaiende onderdelen. Blijf steeds
uit de buurt van de uitwerpopening.
34. Vervoer de grasmaaier niet terwijl de gras-
maaier is ingeschakeld.
35. Stop de grasmaaier en verwijder de blokkade.
Let goed op dat alle bewegende onderdelen
volledig tot stilstand zijn gekomen
- wanneer u de grasmaaier achterlaat;
- voor het opheffen van een blokkering of het
vrijmaken van het uitwerpkanaal;
- voor het controleren, reinigen of werken aan
de grasmaaier;
- na het raken van een vreemd voorwerp.
Inspecteer de grasmaaier op schade en ver-
richt de nodige reparaties alvorens u de gras-
maaier opnieuw start en in gebruik neemt.
36. Als de grasmaaier abnormaal gaat trillen of
schudden (onmiddellijk controleren)
- inspecteer op schade;
- vervang of repareer alle beschadigde delen;
- controleer op loszittende delen en zet die
goed vast.
37. Wees uiterst voorzichtig tijdens het bijstellen
van de grasmaaier om te voorkomen dat uw
vingers bekneld raken tussen het draaiende
snijblad en de vaste delen van de grasmaaier.
38. Maai altijd horizontaal langs een glooiing,
nooit omhoog en omlaag. Wees uiterst voor-
zichtig wanneer u op een hellend vlak van
richting verandert. Probeer niet om te maaien
op al te steile hellingen.
39. Controleer veelvuldig of de snijbladbevesti-
gingsbout stevig vast zit.
40. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven
stevig zijn aangedraaid, om het gereedschap
veilig te kunnen gebruiken.
41. Laat de grasmaaier altijd eerst afkoelen voor-
dat u hem opbergt.
42. Onthoud goed bij onderhoud aan de snijbla-
den dat ook als de stroom is uitgeschakeld, de
snijbladen nog wel kunnen bewegen.
43. Vervang alle versleten of beschadigde onder-
delen, voor uw veiligheid. Gebruik uitslui-
tend originele vervangingsonderdelen en
accessoires.
44. Gebruik het gereedschap niet wanneer de kans
op bliksem bestaat.
45. Als u het gereedschap op een modderige
ondergrond, natte helling of gladde plaats
gebruikt, let u erop dat u stevig staat.
46. Vermijd werken in een ongunstige omgeving
waarin een verhoogde vermoeidheid van de
gebruiker kan worden verwacht.
47. Gebruik het gereedschap niet bij slecht weer
waarin het zicht beperkt is. Als u dit toch doet,
kan dat een val of verkeerde bediening veroorza-
ken als gevolg van het slechte zicht.
48. Vervang de accu niet in de regen.
49. Dompel het gereedschap niet onder in een
waterplas.
50. Laat het gereedschap niet onbeheerd buiten in
de regen staan.
51. Terwijl het regent mag u de contactsleutel niet
erin steken of verwijderen.
52. Wanneer natte bladeren of vuil blijft kleven aan
de aanzuigmond (ventilatieopening) als gevolg
van de regen, verwijdert u deze.
53. Was het gereedschap niet met water onder
hoge druk.
54. Als u het gereedschap wast, verwijdert u de
accu en contactsleutel en sluit u het accu-
deksel, en giet u water op de onderkant van
het gereedschap waaraan het snijblad is
bevestigd.
55. Wanneer u de machine opbergt, vermijdt u
direct zonlicht en regen, en bergt u het op een
plaats op die niet heet of vochtig wordt.
56. Voer inspectie en onderhoud uit op een plaats
waar regen kan worden vermeden.
57. Nadat u het gereedschap hebt gebruikt, ver-
wijdert u het aanklevende vuil en laat u het
gereedschap volledig drogen voordat u hem
opbergt. Afhankelijk van het seizoen of gebied,
bestaat de kans op een storing als gevolg van
bevriezing.
58. Laat de aansluitpunten van de accu niet nat
worden met een vloeistof, zoals water, en
dompel de accu niet onder. Laat de accu niet
in de regen liggen en laad of berg de accu niet
op een vochtige of natte plaats op. Als de aan-
sluitpunten nat worden of vloeistof binnendringt
in de accu, kan kortsluiting ontstaan in de accu
en bestaat de kans op oververhitting, brand of
explosie.
59. Nadat de accu vanaf het gereedschap of de
acculader is verwijderd, vergeet u niet het
accudeksel op de accu te bevestigen en deze
op een droge plaats op te bergen.
60. Vervang de accu niet met natte handen.
61. Gebruik het gereedschap niet in de sneeuw.
62. Als het maaisel nat is, hoopt het zich waar-
schijnlijk op aan de binnenkant van het
gereedschap. Controleer regelmatig de staat
van het gereedschap en verwijder zo nodig het
aanklevende gras.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en
neem alle veiligheidsvoorschriften van het betref-
fende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstige verwondingen.
54 NEDERLANDS
Laat u NIET misleiden