3
Stel de zoomvergroting in.
Lens met zoomknop: Verschuif
de zoomknop.
Lens met zoomring: Draai de
zoomring.
• Optisch zoomen is niet mogelijk
met een lens met een vaste
brandpuntsafstand.
• Wanneer u een elektrisch bediende
zoomlens gebruikt, schakelt de
camera automatisch over naar de
[Zoom]-functie van de camera
wanneer de zoomvergroting hoger
is dan die van de optische zoom.
4
Druk de ontspanknop tot
halverwege in om scherp te
stellen.
Wanneer de scherpstelling is
bevestigd, klinkt een pieptoon en gaat
z branden.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
Als de camera een gezicht herkent en opneemt terwijl [Aut.
portretomkad.] is ingesteld op [Automatisch], wordt het opgenomen beeld
automatisch bijgesneden tot een geschikte compositie. Het
oorspronkelijke maar ook het bijgesneden beeld worden opgeslagen.
NL
24
Zoomring
Zoomhendel
Scherpstellingsindicator