10.1.3 Flitsfunctie voor de slaafflitser
REMOTE
M
MASTER
1/16
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
4 —
A
4 —
B
4 —
C
INFO
AIBIC
A
—
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
B
—
C
—
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
x
Off
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
TTL
M
EV
A
TTL
De gewenste instelling treedt onmiddellijk in
B
—
werking.
C
—
REMOTE
M
MASTER
1/16
4
A
TTL
4 —
B
4 —
C
INFO
AIBIC
118
instellen op de master-flitser
A I B I C
sensortoets
, dat het keuzemenu
voor de flitsgroep verschijnt.
toets, voor de gewenste flitsgroep (bijv
toetsen
om de gewenste flits-
functie in te stellen.
toets voor de gewenste flitsfunctie
M
c.q.
.
REMOTE
M
MASTER
1/16
4
A
TTL
4 —
B
4 —
C
INFO
AIBIC
EV
A
TTL
A -
).
B
—
C
—
+
1 / 3
+
2 / 3
TTL
+ 1
EV
A
TTL
+2/3
B
—
C
—
REMOTE
M
MASTER
1/16
TTL I + 2 / 3
4
A
4 —
B
4 —
C
INFO
AIBIC
10.1.3.1 Op de master-flitser een correctie
op de flitsbelichting (EV) , c.q. een
deelvermogen voor de slaafflitser
instellen
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
A I B I C
sensortoets
, dat het keuzemenu
voor de flitsgroep verschijnt.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets be welke een correctiewaarde kan
worden ingesteld.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toetsen
en stel de gewenste cor-
rectiewaarden in.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets voor de gewenste correctiewaarde.
De gewenste instelling treedt onmiddellijk in
werking.