12.2 Indirect flitsen met een reflectie-
Door indirect te flitsen met de ingebouwde
reflectiekaart
lichtjes in de ogen worden verkregen:
• Zwenk de reflectorkop 90° naar boven.
• Trek de reflectiekaart
• Houd de reflectiekaart
x
12.3 Geheugen van de meetwaarde FE
Sommige camera's beschikken over een
geheugen vooreen flitsbelichtingsmeting
(FE= Flash exposure). Dit wordt door de flit-
ser in de flitsfunctie i TTL ondersteund.
Hiermee kan, voorafgaand aan de eigenlijke
belichting, reeds de dosering voor de navol-
gende opname worden vastgelegd. Dit is
bijvoorbeeld vooral zinvol als de flitsbelich-
ting afgestemd moet worden op de reflectie
van een bepaalde uitsnede van het onder-
werp die niet absoluut identiek hoeft te zijn
aan het gehele onderwerp.
Het activeren van deze functie moet op de
camera gebeuren. Richt het meetveld van de
AF-sensor op het onderwerpsdetail waarop
de flitsbelichting moet worden afgestemd en
stel scherp. Door te drukken op de FE-toets
130
kaart
kunnen bij personen spits-
samen met de
groothoekdiffusor
boven uit de reflector-
kop naar voren.
vast en schuif de
groothoekdiffusor
terug in de reflector-
kop.
op de camera (de aanduiding varieert van
type camera tot type camera; zie de gebruik-
saanwijzing van de camera) zendt de flitser
een FE-proefflits uit.
In de zoeker van de camera ziet u dan een
aanduiding voor de opgeslagen meetwaarde
, bijv. 'EL'. Met behulp van het gereflecteerde
licht van de testflits legt de camera de het
vermogen vast waarmee de dan volgende
flitsbelichting plaats moet vinden. Op het
eigenlijke hoofdonderwerp kan dan met het
AF-sensormeetveld van de camera worden
scherpgesteld. Nadat u op de ontspanknop
van de camera hebt gedrukt wordt de
opname met de eerder bepaalde hoeveel-
heid flitslicht gemaakt!
In het groene, volautomatische programma
en in de vari-, c.q. onderwerpsprogramma's
wordt het geheugen voor de flitsbelichting
niet ondersteund! Zie voor nadere aanwijzin-
gen betreffende het instellen en het hanteren
de gebruiksaanwijzing van uw camera!