Instalación - IMG STAGELINE STA-322 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

3 Toepassingen
Deze stereoversterker met een maximaal vermogen
van 1200 W is speciaal ontworpen voor live-uitver-
sterking en in de discotheek. Uitgebreide beveilig-
ingscircuits beschermen de versterker en de aan-
gesloten luidsprekers.
4 Installatie van de versterker
De versterker is voorzien voor montage in een rack
(482 mm/19"), maar kan ook als tafelmodel gebruikt
worden. In elk geval moet de lucht door alle ventila-
tieopeningen kunnen stromen, om een voldoende
ventilatie van de versterker te verzekeren.
4.1 Montage in een rack
Voor de montage in een rack hebt u drie rack-een-
heden (= 133 mm) nodig. Zorg voor extra ruimte
boven en onder de versterker om voldoende ventila-
tie te verzekeren.
Om te voorkomen dat het rack topzwaar wordt,
dient de versterker in onderaan in het rack gemon-
teerd te worden. De frontplaat is niet voldoende voor
een veilige bevestiging. Het toestel moet extra
ondersteund worden door zijdelingse rails of door
een bodemplaat.
Una vez el aparato es retirado definitivamente del
servicio, debe depositarse en una fábrica de
reciclaje adaptada para una eliminación no conta-
minante.
3 Aplicaciones
Este amplificador estereofónico de potencia musical
máxima de 1200 W está concebido sobre todo para
el uso en escenario y en discoteca. Los circuitos de
protección extensos protegen el amplificador así
como los altavoces conectados.
4 Instalación
El amplificador está diseñado para ser montado en
un rack (482 mm/19"). Sin embargo, también puede
usarse como una unidad de sobre mesa. En todo
caso el aire tiene que fluir facilmente a través de las
rejillas de ventilación previstas para que una refri-
geración suficiente se asegure.
4.1 Instalación en el rack
Para instalar al amplificador en el rack se necesitan
3 unidades de altura = 133 mm. Sin embargo, un
espacio adicional debe permanecer por encima y
debajo del amplificador para asegurar una ventila-
ción suficiente.
Para prevenir una sobrecarga del rack, el ampli-
ficador tiene que ser montado en la parte baja del
rack. El plato delantero no es suficientemente fuerte
para una fijación segura. El amplificador tiene que
ser soportado adicionalmente por barras al lado o
por un plato.
5 De versterker aansluiten
De aansluitingen mogen uitsluitend worden uitge-
voerd resp. gewijzigd bij een uitgeschakeld toestel!
5.1 Ingang
Sluit de uitgang van een voorversterker of een meng-
paneel aan op een van de jackparen in het aansluit-
veld INPUT [XLR-jacks (12), 6,3 mm-jacks (14), of
cinch-jacks (15)]. Bij brugwerking mogen telkens
alleen de jacks van het linker kanaal (LEFT) aange-
sloten worden. Gebruik bij voorkeur de gebalan-
ceerde XLR- of jackingangen, omdat een gebalan-
ceerde signaaloverdracht de bestestorings onder-
drukking biedt, in het bijzonder bij lange verbindings-
kabels. Het ingangssignaal moet lijnniveau hebben.
5.2 Lijnuitgangen
Indien een bijkomende versterker nodig is voor
satellietluidsprekers of voor bijkomende breedband-
luidsprekers, verbind de ingang van de versterker
dan met een van de jackparen in het aansluitveld
SAT/OUTPUT [6,3 mm-jacks (6), XLR-jacks (7) of
cinch-jacks (8)]. Plaats de schuifschakelaar FULL
RANGE/SAT (9) in de volgende stand:
FULL RANGE: wanneer de bijkomende versterker
breedbandluidsprekers moet aan-
sturen
SAT:
wanneer de bijkomende versterker
satellietluidsprekers moet aansturen
5.3 Luidsprekers
In stereowerking kunnen twee luidsprekers resp. twee
luidsprekergroepen op de versterker aangesloten
worden. De versterker kan in brugwerking geschakeld
worden om over het dubbele uitgangsvermogen te
beschikken. De versterker werkt dan als eenkanaals-
versterker, maar stuurt toch 800 W muziekvermogen
naar een luidspreker resp. luidsprekergroep van 8 Ω.
De aansluiting van de luidsprekers gebeurt via
speakon-jacks. Plug hiervoor de speakon-stekker in
de overeenkomstige jack (zie punt 5.3.1 of 5.3.2) en
draai de stekker naar rechts, tot hij vastklikt. Om de
stekker te verwijderen, schuift u vergrendeling naar
achter en draait u de stekker naar links.
5 Conectar el amplificador
¡Todas las conexiones tienen que ser efectuadas o
modificadas si el amplificador está desconectado!
5.1 Entrada
Conectar la salida de un preamplificador o de una
mesa de mezcla a una de las parejas de tomas en el
panel INPUT [XLR (12), jack 6,3 mm (14) o RCA
(15)]. En modo puente, sólo el canal izquierdo
(LEFT) tiene que estar conectado. Las entradas ba-
lanceadas XLR o jack deberían ser utilizadas con
preferencia porque una transmisión balanceada de
la señal propone una mejor supresión de las interfe-
rencias, en particular si los cables son largos. La
señal de entrada debería tener un nivel de línea.
5.2 Salidas línea
Si se necesita otro amplificador para altavoces saté-
lites o para altavoces toda banda adicionales,
conectar la entrada del amplificador con una de las
parejas de tomas del panel SAT/OUTPUT [jack
6,3 mm (6), XLR (7) o RCA (8)]; poner el selector
FULL RANGE/SAT (9) en la posición siguiente:
FULL RANGE: cuando el otro amplificador tiene
que accionar un altavoz toda banda
SAT:
cuando el otro amplificador tiene
que accionar un altavoz satélite
5.3 Altavoces
En modo estereofónico el amplificador puede accio-
nar dos altavoces o dos grupos de altavoces. Puede
cambiarse en modo puente para suministrar a la
salida el doble de la potencia. Entonces el amplifi-
cador opera como amplificador de 1 canal. Sin
embargo, suministra 800 W
a un altavoz de 8 Ω
RMS
o a un grupo de altavoces de 8 Ω.
Los altavoces tienen que ser conectados vía las
conexiones Speakon. Conectar el Speakon en la
conexión correspondiente (véase el capítulo 5.3.1 o
5.3.2) y girarlo a la derecha hasta que esté blo-
queado. Para desconectarlo, mover la seguridad de
bloqueo del Speakon hacia atrás y girarlo a la
izquierda.
5.3.1 Stereowerking
Het maximale uitgangsvermogen in stereowerking
wordt bij aansluiting van luidsprekers van 4 Ω bereikt.
Maar er kunnen ook luidsprekers van 8 Ω aange-
sloten worden, waarbij het uitgangsvermogen even-
wel wat afneemt. De luidsprekers moeten belastbaar
zijn met volgende sinusvermogenswaarden:
Luidsprekers van 4 Ω: 400 W
Luidsprekers van 8 Ω: 300 W
Voor stereowerking dient u de twee jacks RIGHT en
LEFT (20) in het aansluitveld OUTPUT te gebruiken,
en de functieschakelaar (18) op de achterzijde van
het toestel in de stand STEREO te plaatsen.
De aansluitmogelijkheden voor meerdere luid-
sprekers op één kanaal vindt u terug in de figuur
4–6. Bij samenschakeling van meerdere luidspre-
kers dient u in het bijzonder te letten op de correcte
polariteit (positieve en negatieve aansluitingen) en
dient u te controleren of de totale impedantie min-
stens 4 Ω bedraagt.
5.3.2 Brugwerking
Bij brugwerking moet de impedantie van de luid-
sprekers resp. de totale impedantie van een luid-
sprekergroep minstens 8 Ω en het maximumver-
mogen minstens 800 W
bedragen. Voor de
RMS
aansluiting dient u de BRIDGED-jack (19) in het
aansluitveld OUTPUT te gebruiken, en de functie-
schakelaar (18) op de achterzijde van het toestel in
de stand BRIDGED te plaatsen.
De aansluitmogelijkheden voor meerdere luid-
sprekers bij brugwerking vindt u terug in de figuur
4–6. Bij samenschakeling van meerdere luidspre-
kers dient u in het bijzonder te letten op de correcte
polariteit (positieve en negatieve aansluitingen) en
dient u te controleren of de totale impedantie min-
stens 8 Ω bedraagt.
5.4 Netaansluiting
Verbind de versterker ten slotte met de netstroom
(230 V~/50 Hz). Plaats de regelaars LEFT CH (2) en
RIGHT CH (3) volledig naar links tot in de nulstand,
alvorens de versterker in te schakelen.
5.3.1 Modo estereofónico
La potencia de salida más alta durante el modo
estereofónico se logra conectando altavoces de
4 Ω. Sin embargo, también es posible conectar alta-
voces de 8 Ω con lo cual la potencia de salida dismi-
nuye ligeramente. Los altavoces deben tener una
capacidad de potencia de por lo menos:
altavoz 4 Ω: 400 W
RMS
altavoz 8 Ω: 300 W
RMS
Usar las dos conexiones RIGHT y LEFT (20) del
panel trasero OUTPUT para el modo estereofónico
y mover el selector (18) en el panel trasero del
amplificador a la posición STEREO.
Se muestran ejemplos de conexión para varios
altavoces a un canal en las figuras 4 al 6. Al inter-
conectar varios altavoces, comprobar las polarida-
des. Además, la impedancia total debe ser por lo
menos 4 Ω.
5.3.2 Modo puente
En el modo puente la impedancia de un altavoz o la
impedancia total de un grupo de altavoces debe ser
por lo menos 8 Ω y la potencia real debe ser por lo
menos 800 W
. Para la conexión utilizar la toma
RMS
BRIDGED (19) del panel trasero OUTPUT y mover
el selector (18) del panel trasero a la posición
BRIDGED.
Las figuras 4 al 6 muestran las posibilidades de
conexión para varios altavoces en modo puente. Al
interconectar varios altavoces, comprobar las pola-
ridades. Además la impedancia total debe ser por lo
menos 8 Ω.
5.4 Alimentación
Cuando todas las conexiones están efectuadas,
conectar el amplificador a un enchufe (230 V~/50 Hz).
Poner a cero los potenciómetros LEFT CH (2) y
RIGHT CH (3) girando en el sentido contrario a las
agujas del reloj antes de conectar el amplificador por
la primera vez.
NL
B
E
13

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

24.0990

Tabla de contenido