1.
Verwijder de brandstoftankdop en tap de brand-
stof af totdat de tank helemaal leeg is. Controleer de
binnenkant van de tank op eventuele vreemde stoffen.
Verwijder dergelijke stoffen, indien aanwezig.
2.
Trek het brandstoffilter met een draad via de
brandstofvulopening uit de tank.
3.
Als het oppervlak van het brandstoffilter verontrei-
nigd is, reinigt u het met behulp van benzine.
KENNISGEVING:
vastgesteld door uw plaatselijke overheid omtrent
het verwerken van de benzine die gebruikt is voor
het reinigen van het brandstoffilter.
KENNISGEVING:
als dit sterk verontreinigd is.
4.
Na controleren, reinigen of vervangen, steekt u
het brandstoffilter op de brandstofslang en bevestigt u
het met behulp van de slangklem. Plaats het brandstof-
filter terug in de brandstoftank en draai de brandstof-
tankdop er stevig op.
Het stationair toerental afstellen
LET OP:
De carburateur is in de fabriek afge-
steld. Maak nooit enige andere afstelling dan het
stationair toerental. Voor andere afstellingen dient u
contact op te nemen met een erkend servicecentrum.
Een geschikt stationair toerental is 2.800 min
min).
Als het nodig is om het stationair toerental af te stellen,
doet u dit met een kruiskopschroevendraaier.
Als de motor afslaat of onregelmatig draait bij stationair
draaien, draait u de stelschroef naar rechts zodat het
stationair toerental toeneemt. Als de motor te hard loopt
bij stationair draaien, draait u de stelschroef naar links
zodat het stationair toerental afneemt.
1
► 1. Stelschroef voor stationair toerental
De gasklep controleren
Als de bedieningskabel gebogen is of blijft steken,
maakt de gasklep geen contact met de stelschroef voor
stationair toerental, en voorkomt dit dat de motor op het
juiste stationair toerental draait. Verander in dat geval
de positie van de bedieningskabel zodat de gasklep
weer correct kan bewegen.
Houd u aan de regelgeving
Vervang het brandstoffilter
-1
(omw/
► 1. Gasklep 2. Stelschroef voor stationair toerental
3. Bedieningskabel 4. Gasklepaanslag
Als de gasklep niet tegen de gasklepaanslag komt,
ondanks dat u de gastrekker helemaal inknijpt, of als de
gasklep niet tegen de stelschroef voor stationair draaien
komt tijdens stationair draaien, draait u de kabelafstel-
bout als volgt:
1.
Draai de borgmoer los.
2.
Als de gasklep niet tegen de gasklepaanslag
komt, draait u de kabelafstelbout linksom.
Als de gasklep niet tegen de stelschroef voor stationair
draaien komt, draait u de kabelafstelbout rechtsom.
► 1. Kabelafstelbout 2. Borgmoer
3.
Draai de borgmoer vast om de kabelafstelbout
vast te zetten.
4.
Controleer de beweging van de gasklep. De gas-
klep komt tot de stand aangegeven in de afbeelding
wanneer de gastrekker/gashendel wordt ingeknepen/
gedraaid.
111 NEDERLANDS
4
3
1
2
1
2