Ultrasonisch Kalibratieprocedure - Hach LANGE Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para LANGE:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 62

Ultrasonisch kalibratieprocedure

Opmerking: Als de controller wordt opgestart als de ultrasonische sensor niet is
aangesloten, wordt de kalibratiegeschiedenis voor ultrasonische stroom verwijderd.
Laat het systeem voor de kalibratie 30 minuten lopen zodat de beste
meetnauwkeurigheid kan worden behaald.
1. Meet de volgende onderdelen fysiek, zodat ze kunnen worden
vergeleken met de elektronische waarden:
• Bereik—de afstand tussen de sensoren het wateroppervlak (voor
de 2-punts kalibratieprocedure). Zie
• Diepte—de diepte van het water op het punt waar gemeten wordt
(voor beide kalibratieprocedures). Zie
2. Druk op de toets MENU en selecteer Sensor Setup (Sensorsetup),
[sensor selecteren], Calibrate (Kalibreren).
3. Selecteer het type kalibratie, en druk op ENTER:
Optie
Beschrijving
2PT DIEPTE KAL Gebruikt 2 punten voor kalibratie (aanbevolen methode)
1PT DIEPTE KAL Gebruikt 1 punt voor kalibratie
4. Als het wachtwoord in het beveiligingsmenu van de controller is
ingeschakeld, vul dan het wachtwoord in en druk op ENTER.
5. Selecteer de optie voor het uitvoersignaal tijdens kalibratie, en druk op
ENTER:
Optie
Beschrijving
Actief
Het instrument verzendt de actuele uitgangsmeetwaarde tijdens de
kalibratieprocedure.
Hold
De sensoruitgangswaarde wordt vastgezet op de actuele
meetwaarde tijdens de kalibratieprocedure.
Transfer Een vooringestelde uitgangswaarde wordt tijdens de kalibratie
verzonden. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de controller
om de vooraf ingestelde waarde te wijzigen.
6. Als de 2-puntskalibratieprocedure is geselecteerd:
132 Nederlands
Afbeelding 7
op pagina 131.
Afbeelding 7
op pagina 131.
a. Druk op ENTER om de afstand tussen de sensor en het
wateroppervlak elektronisch te meten.
b. Wacht totdat de waarde gestabiliseerd is, en druk op ENTER.
Opmerking: Het scherm kan automatisch naar de volgende stap
vooruitgaan.
c. Wanneer het scherm met het ingestelde bereik wordt getoond, pas
de waarde dan aan op de waarde die fysiek gemeten is, en druk
op ENTER.
7. Druk op ENTER voor het elektronisch meten van de diepte van het
water op het punt van meting.
8. Wacht totdat de waarde gestabiliseerd is, en druk op ENTER.
9. Wanneer het scherm met de diepte-instelling wordt getoond, pas de
waarde dan aan die fysiek gemeten is, en druk op ENTER.
10. Bekijk het kalibratieresultaat:
• Geslaagd—de sensor is gekalibreerd en gereed voor het meten van
monsters. De waarden voor het bereik en de diepte worden
getoond.
• Mislukt—het kalibratiebereik of de -diepte bevindt zich buiten de
geaccepteerde limieten. Herhaal de kalibratie. Zie
op pagina 133 en
Problemen oplossen
informatie.
11. Als de kalibratie voltooid is, drukt u op ENTER om verder te gaan.
12. Als de optie voor operator ID op JA staat in het menu voor de
kalibratieopties, vul dan een operator ID (4 tekens) in en druk op
ENTER. Zie
Het wijzigen van de kalibratie-opties
meer informatie.
13. Gebruik op het scherm Op de nieuwe sensor? de pijltoetsen om een
optie te selecteren, en druk op ENTER:
Optie Beschrijving
Ja
De sensor is niet eerder met deze controller gekalibreerd. De
bedrijfsdagen en eerder gemaakte kalibratiegrafieken voor de sensor
worden gereset.
Nee
De sensor is eerder met deze controller gekalibreerd.
Onderhoud
op pagina 134 voor meer
op pagina 133 voor

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido