10.
ONDERHOUD
10.1
ALGEMEEN ONDERHOUD
Het onderhoud van het apparaat moet een keer per jaar door
de servicedienst van Wagner worden uitgevoerd.
1. Controleer hogedrukslangen, voedingskabel, stekker en
contactdoos op het apparaat op beschadigingen.
2. Controleer inlaat-, uitlaatventiel, membranen en filter op
slijtage.
3. Controleer het oliepeil (afb. 18) in horizontale stand.
10.2
HOGEDRUKSLANG
Controleer de hogedrukslang visueel op eventuele insnijdin-
gen of uitbollingen, in het bijzonder bij de koppelstukken.
Wartelmoeren moeten probleemloos kunnen worden ge-
draaid.
Bij oude hogedrukslangen stijgt het risico op
i
beschadigingen.
Wagner raadt aan, de hogedrukslang na 6 jaar te
vervangen.
Super Finish 27 • 31
NL
11.
Gevaar
11.1
1. Schroef de inlaatventieldrukker er met een sleutel van 17
mm uit.
2. Vervang de afstrijker (1) en de O-ring (2).
max.
min.
2
1
11.2
1. Super Finish 27
Plaats de bijgevoegde sleutel van 36 mm op de
inlaatventielbehuizing (1).
Super Finish 31
Plaats de bijgevoegde sleutel van 30 mm op de
drukkerbehuizing (2).
2. Maak de inlaatventielbehuizing (1) of de drukkerbehuizing
(2) los door zachtjes met een hamer op het uiteinde van de
sleutel te tikken.
3. Schroef de inlaatventielbehuizing of de druk-
kerbehuizing samen met het inlaatventiel (3) uit de
materiaaltransportpomp.
4. Verwijder de sluitbeugel (4) met behulp van een
schroevendraaier.
5. Plaats de bijgevoegde sleutel van 30 mm op het inlaatventiel
(3). Draai het inlaatventiel er voorzichtig uit.
6. Reinig de ventielzitting (5) met een reinigingsmiddel en een
kwast.
7. Reinig de afdichtingen (6, 7) en controleer deze op
beschadigingen. Vervang de afdichtingen indien nodig.
8. Vervang het inlaatventiel bij geconstateerde slijtage aan de
ventielzitting.
Reparaties aan het apparaat
REPARATIES AAN HET APPARAAT
Schakel het apparaat uit
Voor alle reparaties – netstekker uit het
stopcontact trekken.
INLAATVENTIELDRUKKER (AFB. 19) BIJ
SUPER FINISH 31
INLAATVENTIEL (AFB. 20)
(OFF).
39