De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te
maken
– en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
VOORZICHTIG
De geluidsemissies kunnen - afhankelijk
van de manier waarop het elektrische
gereedschap wordt gebruikt, welk soort
werkstuk wordt bewerkt - tijdens het
werkelijke gebruik van het gereedschap
van de specificaties afwijken.
- Veiligheidsmaatregelen ter bescher-
ming van de bediener vastleggen die
baseren op een beoordeling van de be-
lasting tijdens de feitelijke gebruiksom-
standigheden. (Hierbij moet rekening
gehouden worden met de bedrijfscyclus,
bijvoorbeeld tijden waarop het elektrische
gereedschap uitgeschakeld is en derge-
lijke waarbij het weliswaar ingeschakeld
is, maar zonder belasting loopt.)
3
Elektrische aansluiting en inbedrijfstel-
ling
De netspanning dient overeen te komen
met de indicatie op de kenplaat.
De duwschakelaar (1.2) dient als aan-/uit-scha-
kelaar (I = AAN, 0 = UIT).
Schakel de machine vóór het aansluiten
of loskoppelen van de aansluiting op het
elektriciteitsnet altijd uit!
VOORZICHTIG
Verhitting van de plug it-aansluiting bij
onvolledig vergrendelde bajonetsluiting
Verbrandingsgevaar
- Voor het inschakelen van het elektrisch
gereedschap controleren of de bajonets-
luiting van de aansluitkabel geheel is
gesloten en vergrendeld.
Alleen RO 150 FEQ: Zie figuur 2 voor het aanslui-
ten en ontkoppelen van het netsnoer.
4
Elektronica
De machine bezit een volledige golfelek-
tronica met de volgende kenmerken:
Zachte aanloop
De zachte aanloop zorgt voor een stootvrije aan-
loop van de machine.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (1.4) traploos
tussen 3300 en 6800 min
mee kunt u de freessnelheid van het betreffende
materiaal optimaal aanpassen.
Constant toerental
Het vooraf ingestelde toerental wordt bij onbelast
toerental en bij bewerking constant gehouden.
Temperatuurbeveiliging
Bij een te hoge temperatuur van de motor worden
de stroomtoevoer en het toerental verminderd. De
machine loopt nog maar met een gering vermo-
gen, zodat de motor met behulp van de motor-
ventilatie snel kan afkoelen. Wanneer de motor
is afgekoeld, herneemt de machine vanzelf weer
zijn normale toerental.
5
Instellingen aan de machine
Als aan de machine wordt gewerkt, dient
altijd de stekker uit het stopcontact te
worden gehaald!
5.1
Schuurbeweging
Met de schakelaar (1.1) kunnen twee verschil-
lende schuurbewegingen worden ingesteld.
De omzetting kan alleen bij stilstaande
steunschijven worden uitgevoerd, omdat
de schakelaar tijdens het gebruik om
veiligheidsredenen vergrendeld is.
Rotex-gebogen baan (grof schuren, polijsten)
De Rotex-gebogen baan combineert een
draai- en een excenterbeweging. Deze
stand wordt gekozen om te schuren met veel
slijpsel (grof schuren) en om te polijsten.
Schuif de schakelaar (1.1) hiervoor in de rech-
terstand.
Excenterbeweging (fijnschuren)
Deze stand wordt gekozen om te schuren
met weinig slijpsel voor een oppervlak
zonder groeven (fijnschuren).
Druk de schakelaar (1.1) hiervoor naar beneden
in schuif hem in de linkerstand.
5.2
Schijfrem
Het rubbermanchet (3.1) voorkomt dat de steun-
schijf bij de excenterbeweging (fijnschuren) onge-
controleerd omhoog draait. Omdat de manchet na
verloop van tijd slijt, moet deze bij een slechtere
remwerking door een nieuwe (bestelnr. 465 472)
worden vervangen. Let er bij het aanbrengen van
een nieuw rubbermanchet (3.1) op dat dit in de
goede positie zit.
32
worden ingesteld. Hier-
-1