4.
Beschrijving van het apparaat.
Zie fig. 1:
Hieronder volgt een beschrijving van de in fig. 1 aangegeven informatie- en be-
dieningselementen.
Digitaal display (LCD) voor het aflezen van gemeten waarde, weergave
van een staafdiagram en de aanduiding indien meting buiten het bereik van
het toestel valt.
Secundair display.
Polariteitsaanduiding.
Weergave batterijstatus.
Toets (geel) voor verlichting van het display.
Toets-BAR, voor centrering staafdiagram en omschakeling schaal (4.000 /
20.000).
Toets-PEAK H, (Peak-Hold) voor opslag in het geheugen van de piekwaarde.
Toets-AUTO H, (Auto-Hold) voor opslag in het geheugen van de gemeten
waarde.
Toets (blauw) voor gelijkspanning/ -stroom, (DC) c.q. wisselspanning/ -stroom
(AC), weerstandsmeting (Ω c.q. LVΩ), diode- c.q. doorgangsmeting, frequen-
tie- c.q. schakelverhoudingsmeting, temperatuurmeting in °C c.q. in °F.
Toets M/M/A: voor opslag in het geheugen van hoogste en laagste geme-
ten waarde en het gemiddelde.
Toets REL ∆, relatieve waarde functie
Toets-RANGE voor omschakeling automatisch/ handmatig instellen meet-
bereik.
Draaischakelaar voor functiekeuze
Contactbus (positief
COM-contactbus, gezamenlijke contactbus voor stroom-, spannings- en
weerstandsmeting, frequentie-, temperatuur- en capaciteitsmeting, door-
gangs- en diodecontrole.
Contactbus (positief
Contactbus (positief
Rubber beschermingshoes.
Optische interface voor opname van de aan de datakabel.
) Betreft automatische polariteitsaanduiding voor gelijkstroom en –spanning.
1
5.
Algemene kenmerken
5. Algemene gegevens van de multimeter.
5.1.1.
De numerieke waarden zijn op een display (LCD) af te lezen met
3¾- of 4½ cijfers van 13 mm. hoog, met een komma voor de decimalen.
De grootst mogelijk af te lezen waarde is 4.000/ 20.000.
5.1.2.
De staafdiagramaanduiding bestaat uit 42 segmenten.
5.1.3.
De polariteitsaanduiding werkt automatisch. Er wordt slechts één
pool t.o.v. de contactbussen aangeduid met '-'.
5.1.4.
Metingen buiten bereik van de meter worden aangeduid met 'OL' of
'-OL', alsmede gedeeltelijk met een akoestische waarschuwing.
N.B. Géén aanduiding of waarschuwing bij overbelasting. Een over-
schrijding van gevaarlijke contactspanningen (> 60 V DC/ 30 V AC rms)
wordt door een extra knipperend symbool "" aangeduidt.
5.1.5.
Bij de BENNING MM 11 wordt iedere toetsdruk bevestigd met een
akoestisch signaal. Ongeldige bediening van toetsen wordt bevestigd
met een tweevoudig signaal.
Ook bij onjuiste aansluiting op de contactbussen voor mA en A-bereik
waarschuwt de BENNING MM 11 met een akoestisch signaal en de aandui-
ding '
'
' verdwijnen weer als er een veiligheidsmeetsnoer op de contactbus
voor mA of A-bereik wordt aangesloten en voor de stroom het overeen-
komstige meetbereik gekozen wordt met de draaischakelaar .
Het waarschuwingssignaal en de aanduiding '
men eveneens voor in geval van een defecte zekering, als het veilig-
heidsmeetsnoer op de contactbus voor mA of A-bereik wordt aan-
gesloten en het overeenkomstige meetbereik voor de stroom gekozen
wordt met de draaischakelaar .
5.1.6.
De BENNING MM 11 heeft individuele instelmogelijkheden, die ten
dele ook na een uitschakeling nog actief blijven. Om een instelling
te veranderen, drukt u op één van de volgende toetsen en scha-
kelt u tegelijkertijd
Toets geel
Toets-
09/ 2007
voorzijde van het apparaat.
) voor V, Ω, Hz, °C,
1
) voor mA-bereik, voor stromen tot 200 mA.
1
) voor 10A-bereik, voor stromen tot 10 A.
1
' in het display . Het waarschuwingssignaal en de aanduiding
de BENNING MM 11 in vanuit de 'Off'-positie.
De-activeert en activeert de automatische uit-
:
schakeling van de achtergrondverlichting na ca.
15 minuten.
Vooraf instelling van de netfrequentie (50 Hz
:
of 60 Hz). Deze aanpassing zorgt voor een be-
tere stabiliteit en nauwkeurigheid in AC V modus.
B ENNINGMM11
' in het display ko-
07