Uitpakken en gebruiksklaar maken
De originele verpakking bevat de volgende componenten:
• frame, samengevouwen
• multifunctionele zitting
• ruginzetstuk
• bekleding voor zitting, rugleuning, heuppelotten en zijrand
• opbergtas
• gebruiksaanwijzing en benodigd gereedschap
• vouwgespen met bevestigingsmateriaal
• accessoires volgens bestelling
Het openklappen van de wandelwagen geschiedt als volgt:
• Haal eerst voorzichtig de transportbeveiligingen en de verpakkingen weg.
• Til het frame aan de zwarte handgreep (afb.1, pos A) van de beugel omhoog. Het frame wordt nu opengevouwen
zodat u de wagen op de wielen kunt neerzetten. Wanneer de schuifbeugel naar achteren wordt gedrukt wordt de
klapbeveiliging (afb. 2, pos. A) automatisch gesloten.
• Overtuig u ervan dat de klapbeveiligingen zijn ingeklikt; indien nodig nog even nadrukken.
• Plaats het zitelement op het onderstel (zie het hoofdstuk „Weghalen en aanbrengen van het zitelement van de
onderstellen".
• Door de ontspanner van de kantelinstelling (afb. 2, pos. B) te activeren kan het zitelement onder een hoek wor
den afgesteld. Houd het zitelement met één hand goed vast zodat het niet weg kan glijden.
• Zet de rugleuning (afb. 1, pos. B) recht en zet de leuning onder de gewenste hoek vast door de spanhefboom
vast te draaien (afb. 3, pos. E).
De spanhefboom kan, wanneer hij een beetje van de schroef wordt weggetrokken, in de vrij-stand worden bewo-
gen om hem zo in een voor de bediening gunstige positie te draaien.
• Schuif het rugleuningelement (afb. 3, pos. B) in de rugleuningbasis (afb. 3, pos. D) en klem het element door de
schroefdraadpennen (afb. 3, pos. C) vast te draaien zó vast dat de rugleuning precies de gewenste hoogte heeft.
• De draadmand wordt met behulp van riemen en druksluitingen op het frame bevestigd. Voer voor dit doel de des
betreffende riemen rechts en links op het achterframe door de hiertoe voorziene ogen (afb. 13, pos. A) resp. rond
de buis van het middenframe (afb. 13, pos. B). Maak de riemen vervolgens met behulp van de druksluitingen vast.
• Het verdient aanbeveling, vóór het monteren van de kussens het zitelement zó in te stellen als nodig is (zie onder
„Mogelijkheden voor het afstellen en aanpassen van het zitelement").
• Breng het zitkussen (afb. 4) zó op de zitting aan dat de bijbehorende banden op elkaar sluiten. Het zitkussen
moet zo'n 2 cm over de achterrand van de zitting uitsteken.
• Stel de diepte van de heuppelottehouder in zoals u wenst en houd hem met behulp van de beide
vastzetschroeven in deze stand (afb. 5).
• Schuif het kussen van de heuppelottehouder over de houder en zet het met behulp van de klittenband vast (afb. 6).
• Trek het kussen van de begrenzingspelotten (afb. 8, pos. A) met de zachte kant naar binnen over de kunststof
houder en zet het vast door de klittenbandsluitingen te sluiten.
• Trek het rugkussen (afb. 3, pos. A) eerst met behulp van de kap over het rugleuningelement en trek de ritssluiting
dicht. Druk het kussen van bovenaf lichtjes omlaag, zodat de klittenbandsluiting het kussen (afb. 8, pos. B) en het
rugleuningelement op elkaar vastzet. Trek het gedeelte dat het rugkussen te groot is tussen de onderrand van het
rugelement en de zitting omlaag en maak het met behulp van de hiertoe voorziene drukknopen aan de buitenkant
van het rugelement vast (afb. 3).
• De Reha wandelwagen wordt als volgt in elkaar geklapt:
Door aan de beide handgrepen te trekken (afb. 2, pos. A) haalt u de beide opvouwvergrendelingen los. Druk nu
de beide beugels (afb. 1, pos. A) naar voren toe. De wandelwagen wordt daardoor automatisch samengevouwen.
Multifunctionele ziteenheid
Mogelijkheden voor het afstellen en aanpassen
Zitdiepte
Zitbreedte
Diepte van de heuppelotten
Draai de gekartelde moeren (afb. 9, pos. A) aan de onderzijde van de zitting los
en stel de zitdiepte in door het voetenplankje (afb. 10, pos. C) te verschuiven.
Na het instellen de gekartelde moeren weer goed vastdraaien.
Draai de gekartelde moeren (afb. 9, pos. A) aan de onderzijde van de zitting los
en stel de zitbreedte in door de heup-pelottes (afb. 10, pos.B) te verschuiven,
waarbij ook abductie-instellingen mogelijk zijn.
Na het instellen de gekartelde moeren weer goed vastdraaien.
Stel de diepte in zoals gewenst en zet de pelottes met behulp van de beide
vastzetschroeven vast. (afb. 5)
69