L2
Werkingswijzen
L3
Motorsnelheid
L4
Uitgang 1 (MOS)
Uitgang 3 (re-
L5
lais)
Uitgang verke-
L6
erslicht
L7
ING1
Vertraging de-
L8
activering rem
Opm.: "
" is de fabrieksinstelling
L1
P.P. : Openen – stoppen – sluiten – stoppen
L2
P.P. : Openen – stoppen – sluiten – openen
L3
P.P. : Openen – sluiten - openen – sluiten
L4
Stap-voor-stap 2 (korter dan 2" zorgt voor gedeeltelijk openen)
L5
Woonblok 2 (langer dan 2" zorgt voor stoppen)
L6
Woonblok
L7
Mens aanwezig
L8
Opening in "halfautomatisch", sluiting met "mens aanwezig"
L1
Snelheid 1: 80%
L2
Snelheid 2: 100%
L3
Snelheid 3: 140%
L4
Snelheid 4: 180%
L5
Snelheid 5: Openen 80%, sluiten 50%
L6
Snelheid 6: Openen 100%, sluiten 50%
L7
Snelheid 7: Openen 140%, sluiten 60%
L8
Snelheid 8: Openen 180%, sluiten 60%
L1
Lampje poort open
L2
Actief als poort gesloten is
L3
Actief als poort open is
L4
Knipperlicht
L5
Elektrische vergrendeling
L6
Knipperlicht 24
L7
Zuignap
L8
Onderhoudslampje
L1
Actief als poort gesloten is
L2
Actief als poort open is
L3
Gebruikerslicht
L4
Elektrische vergrendeling
L5
Radiokanaal 1
L6
Radiokanaal 2
L7
Radiokanaal 3
L8
Radiokanaal 4
L1
Verkeerslicht rood
L2
Verkeerslicht groen
L3
Verkeerslicht één richting
L4
Eén richting knipperlicht
L5
Verkeerslicht afwisselende richting
L6
Lampje poort open
L7
Status
L8
Onderhoudslampje
L1
Stap-voor-stap (contact normaal open)
L2
Gedeeltelijk openen 1 (contact normaal open)
L3
ALT (contact normaal gesloten)
L4
Foto (contact normaal gesloten)
L5
Foto1 (contact normaal gesloten)
L6
Foto2 (contact normaal gesloten)
L7
Foto3 (contact normaal gesloten)
L8
Nood (contact normaal gesloten)
L1
0, 0, 0, 0 directe activering
L2
20, 20, 0, 0
L3
50, 50, 20, 20
L4
100, 100, 50, 50
L5
150, 150, 100, 100
L6
200, 200, 150, 150
L7
250, 250, 200, 200
L8
300, 300, 250, 250
Wijst de werkingswijzen toe.
Regelt de snelheid van de motor
tijdens het normale traject van de mo-
tor met inverter.
Selecteert de inrichting die aangeslo-
ten is aan de uitgang 1 bestuurd door
MOS.
Selecteert de inrichting die aangeslo-
ten is aan de uitgang 3 bestuurd met
RELAIS.
Selecteert de inrichting die aangeslo-
ten is aan de uitgang verkeerslicht.
Selecteert de functie die bij de ingang
ING1 moet horen
Selecteert de vertragingstijd in "ms" tot
de deactivering van de rem bij:
- opening
- sluiting
- stop opening
- stop sluiting
5