Ingreep
Controle/bijvullen peil motorolie
Vervanging motorolie
Reiniging filter water carburator
*** Ingrepen die uitgevoerd moeten worden door Uw Wederverkoper
of door een geautoriseerd Dienstcentrum
12. IDENTIFICATIE PROBLEMEN
PROBLEMEN
1. De machine start niet
2. Verlies aan vermogen
3. Motor draait aan het
minimum en werkt
onregelmatig
4. Overdreven trillingen
5. Verlies of vertraging
bij wegschieten van
het materiaal.
6. Tractie werkt niet
Mochten de problemen aanhouden na het toepassing van de bovengenoemde
remedies, dan dient er contact te worden opgenomen met uw Verkoper.
MOGELIJKE OORZAAK
Contactschakelaar in stand OFF
Gebrek aan brandstof
Choke uitgeschakeld
Primer niet ingedrukt
Motor verstopt
Bougie beschadigd
Oude brandstof
Water in de brandstof
Wegschieten van teveel materiaal
Dop reservoir brandstof vuil of
bedekt met ijs of sneeuw.
De choke is ingeschakeld
Oude brandstof
Water in de brandstof
Carburator moet vervangen worden
Losse delen of borstel beschadigd.
Niet correct geplaatste steel.
Borstel verklemd.
Borstel te ver van het terrein.
Commandokabel voor inschakeling
tractie niet correct afgesteld.
Frequentie
Eerste
Vervolgens om de
keer
-
5 uren / na ieder gebruik
5 uren
50 uren / na ieder seizoen
-
10 uren / na ieder gebruik
Plaats de contactschakelaar op ON.
Vul het reservoir met schone
en reine brandstof
Schakel de choke in.
Druk de primer in
Wacht enkele minuten alvorens op
te starten Druk niet op de primer
en schakel de choke uit
Contacteer het geautoriseerde
dienstcentrum.
Contacteer het geautoriseerde
dienstcentrum.
Contacteer het geautoriseerde
dienstcentrum.
Verminder de snelheid
Verwijder het vuil, het ijs of de sneeuw
van op en rond de dop van het reservoir.
Schakel de choke uit.
Contacteer het geautoriseerde
dienstcentrum.
Contacteer het geautoriseerde
dienstcentrum.
Contacteer het geautoriseerde
dienstcentrum.
Klem alle bevestigingsinrichtingen vast.
Vervang de beschadigde delen nabij
een geautoriseerd Dienstcentrum.
Verzeker u ervan dat de steel op zijn plaats is.
Verwijder eventuele afval of vreemde
voorwerpen uit de borstel.
Stel de hoogte van de wieltjes af.
Contacteer het geautoriseerde
dienstcentrum.
NL - 13
Paragraaf
7.3.1
7.3.2
7.4
OPLOSSING