SATA air star C Instrucciones De Servicio página 78

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 27
Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing SATA air star C
5. Gebruik
5.1 Halfmasker aanbrengen
(1) Gespen van het hoofdgedeelte tot aan het einde van de
banden trekken. De onderste band helemaal doortrek-
ken, tot de gespen van het hoofdgedeelte op de mas-
kerkap van de maskereenheid aansluiten. Onderste
band aantrekken.
(2) Onderste riempjes en ademslang over het hoofd
trekken.
(3) Maskerlichaam over mond en neus plaatsen, daarna
kopspin op het achterhoofd plaatsen, daarbij de
hoofdspin bovenaan langs de oren geleiden.
(4) De uiteinden van de banden aantrekken tot het halfmas-
ker vast en correct op het gezicht aansluit. De boven-
ste- en onderste band gelijk stellen, eventueel de banden
bijstellen tot het halfmasker comfortabel en correct op
het gezicht aansluit.
5.2 Functiecontrole
Voor ieder gebruik dient er een functie- en dichtheidscontrole met het volledige toestel te
worden uitgevoerd. De functietest omvat de controle van de afdichtlijn van het masker, cor-
recte zitting van het masker, de riempjes van de in- en uitademmembranen. Bovendien moet
met het volledige toestel een functie- en dichtheidstest (unit voor luchtreiniging resp. gordel-
gedeelte in met druk belaste, bedrijfsklare toestand kort in klaar water dompelen) worden
uitgevoerd. Niet alle personen mogen ademhalingsapparatuur dragen. Dragers van adem-
halingsapparatuur moeten door medische onderzoeken overeenkomstig de „voorwaarden
van de wettelijke ongevallenverzekeringen voor arbeidsmedische voorzorgsonderzoeken
(Duitsland) G 26: Dragers van ademhalingsapparatuur voor arbeid en redding" ( Uitgeverij
A.W. Gentner, Stuttgart) op geschiktheid worden gecontroleerd. Bovendien dient met de
gebruikelijke voorschriften volgens het informatieblad ademhalingsapparatuur (Duitsland)
BGR 190 rekening te worden gehouden.
5.2.1 Dichtheidscontrole van het half masker
Voor de dichtheidscontrole vlot inademen. In het binnenste van het masker dient er een
lichte onderdruk vaststelbaar te zijn. In de zone van de afdichtlijn van het masker mogen
tijdens het inademen geen lekkages voelbaar zijn. Eventueel moet de zitting van het
masker op het hoofd worden gecorrigeerd (riempjes bijspannen). Baarden, diepliggende
jukbeenderen kunnen de noodzakelijke dichte zitting van het half masker belemmeren -
Vergiftigingsgevaar! De werkzaamheden uitsluitend met dicht half masker beginnen.
5.2.2 Zichtcontrole van de membranen
Zichtcontrole inademingmembranen: inademingmembranen uitknopen en aan een zichtcon-
trole onderwerpen. De inademingmembranen achter het huigje inknopen. De ventielmem-
braan voor de inademing dient in het maskerlichaam gelijkmatig op het afdichtvlak te rusten.
Zorg ervoor, dat de membranen niet aan de ventielzitting vastplakken.
X.4
1.
2.
3.
4.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido