9. Onderhoud
Waarschuwing
Voordat met onderhoudswerkzaamheden wordt
begonnen, bijv. bij het vervangen van onderdelen en
afdichtingen, moet het hele systeem met water wor-
den doorgespoeld.
Voordat met onderhoudswerkzaamheden wordt
begonnen moeten alle chemicaliën volledig verwij-
derd zijn!
Draag geschikte beschermende kleding bij het wer-
ken met zuren of logen.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde specia-
listen.
Overeenkomstig de Duitse ongevalpreventievoor-
schriften GUV 8,15 en VGB 65 § 19 moet de veilig-
heid van chloordioxide-systemen regelmatig, maar
tenminste één keer per jaar en voor elke inbedrijf-
N.B.
name, worden gecontroleerd door een specialist.
Deze controle kan tijdens het halfjaarlijkse onder-
houd door de afdeling after-sales/service worden uit-
gevoerd.
9.1 Onderhoud van de doseerpompen
Als de capaciteit van de doseerpompen daalt, dan kan dit te wij-
ten zijn aan vervuiling van de zuig- en persventielen.
9.1.1 Demonteren en reinigen van ventielen
1. Schroef de zuig- en persventielen los.
2. Gebruik een pen (∅2) om van onderaf de kogelkooi, de kogel
en de O-ring er uit te duwen.
3. Vervang beschadigde onderdelen.
Let tijdens de montage op de juiste positie van de onderdelen,
zie afb. 25.
Afb. 25 Constructie van de ventielen
Pos.
Omschrijving
1
Kleplichaam
2
Kogelkooi
3
Zitting
4
Kogel
5
O-ring
Zorg er bij het installeren van de ventielen voor dat
de stromingsrichting juist is (pijl).
N.B.
De O-ring moet op de juiste wijze in de daartoe
bestemde groef worden geplaatst.
350
9.1.2 Demonteren van het membraan
Na maximaal 2000 bedrijfsuren dient het doseermembraan om
veiligheidsredenen te worden vervangen.
1. Plaats de zuigleidingen van de pompen in een watertank en
laat het systeem draaien tot de doseerkoppen van de pompen
goed met water doorgespoeld zijn.
2. Open de ontluchtingschroeven één draai tot ook de ontluch-
tingsleidingen doorgespoeld zijn. Schakel het systeem uit.
3. Draai de vier schroeven van de doseerkop los.
4. Verwijder de doseerkop en schroef het membraan los door dit
naar links te draaien.
Montage
1. Plaats de tussenring zo dat de aflaatboring omlaag wijst.
2. Schroef het membraan vast.
3. Schakel de pomp kort in tot het membraan op het bovenste
dode punt staat.
4. Plaats de doseerkop voorzichtig, en draai de schroeven krui-
selings gelijkmatig en voorzichtig vast, zodat de doseerkop
niet beschadigd raakt.
5. Ontlucht de pomp.
9.2 Onderhoud van de zuigleidingen
De zuigleidingen zijn uitgerust met voetkleppen en zeefmoeren.
De Reed-contacten zijn geïntegreerd in het zuigleidinglichaam.
De vlotters met magneetkern zijn axiaal schuivend op het klepli-
chaam aangebracht.
De voetklep moet regelmatig, en uiterlijk wanneer de zuigcapaci-
teit vermindert, worden gedemonteerd en gereinigd.
Het functiesymbool (NO contact) moet op het bovenvlak van de
twee vlotters staan.
Als dit niet het geval is, koppel de vlotter dan af en keer de polari-
teit om.
OCD-164
Product nr.
-30 tot -220
95730320
-350 tot -2000
95730321
Afb. 26 Zuigleiding, reserveonderdelen
Pos.
Omschrijving
1
Vlotterschakelaar, PVC
2
Kogel
3
Klepzitting, grijs PVC
4
Zeefmoer, grijs PVC
(553-1995)
(553-1996)