Plaatsen en aansluiten
Zo gaat u te werk:
B
1. Sproeiereenheid in elkaar zetten en op de uitgang steken.
– Het waterbeeld kan door vervangen van de sproeier worden veranderd, zie afbeelding A.
2. Optie: Koord aan de ring op de onderzijde an het apparaat bevestigen en zo het apparaat op de bodem verankeren.
Er kan een steen met een passend gewicht worden aangehangen, zodat het apparaat op het water drijft en alleen
de sproeier niet onder water staat. De steen moet voorkomen, dat het apparaat door de wind over het water wordt
verschoven (zie afb. B). Het apparaat kan ook zonder de steen worden gebruikt. De capaciteit van het apparaat
wordt daardoor niet beïnvloed. Wanneer de steen niet goed wordt bevestigd of wanneer geen steen wordt gebruikt,
drijft het apparaat door de wind over het water overal naar toe en kan de netstekker door het apparaat uit de con-
tactdoos worden getrokken, wat gevaar voor kruipstromen kan veroorzaken.
3. Apparaat rechtop in het water plaatsen, zodat het kan drijven.
4. Aansluitkabel naar de wandcontactdoos installeren.
– Het apparaat kan op een vaste binnen- of buitencontactdoos worden aangesloten. De gebruikte wandcontact-
doos kan in de muur of de vloer worden aangebracht. Wanneer een buitencontactdoos wordt gebruikt, dan moet
deze een beschermingsklasse hebben van minimaal IPX4. De vaste contactdoos moet zoals getoond in afbeel-
ding B worden geïnstalleerd in een behuizing, om de beschermingsklasse IPX4 te realiseren.
– Het apparaat mag niet via draagbare contactdozen worden gevoed. Hierdoor ontstaat gevaar voor elektrische
schokken, wanneer de draagbare contactdoos in het water valt.
– De contactdoos moet minimaal 2 m afstand tot de oever van de vijver hebben. De installatie van de contactdoos
moet voldoen aan de nationale opstellingsvoorschriften en mag alleen door een elektricien worden uitgevoerd.
– Inschakelen: Aansluitkabel aansluiten op het elektriciteitsnet. De LED´s branden, de pomp begint direct te wer-
ken.
– Uitschakelen: Aansluitkabel van het elektriciteitsnet loskoppelen.
Storingen verhelpen
Storing
LED's branden niet
Er komt geen water uit de sproeiereenheid of
de pomp pompt niet of nauwelijks
Het apparaat filtert niet naar behoren
Reiniging en onderhoud
Voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden de stekker lostrekken en van de voedingsspanning loskoppelen.
Voor het reinigen of onderhouden moet het apparaat uit het water worden gehaald.
WAARSCHUWING: Voor onderhoudswerkzaamheden alle apparaten in de vijver van de voedingsspanning loskoppe-
len of uitschakelen.
Let op! Gevaarlijke elektrische spanning.
Mogelijke gevolgen: Dood of ernstig letsel.
Veiligheidsmaatregelen:
• Elektrische apparaten en installaties met nominale spanning U > 12 V AC of U >30 V DC, die in het water
liggen: Spanning van apparaten en installaties loskoppelen voordat u in het water grijpt.
• Alvorens werkzaamheden aan het apparaat te verrichten, apparaat spanningsvrij maken.
• Beveiligen tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
Oorzaak
Geen netaansluiting
Aansluiting defect
Sproeiereenheid is verstopt
Grofvuilfilter verstopt
Filterhuis van de pomp verontreinigd
Rotor is geblokkeerd
Rotor is versleten
Filterschuim verontreinigd
Apparaat nog niet lang in gebruik
Het water is extreem vervuild
Kwartsglas is verontreinigd
De UVC-lamp is defect of heeft geen lichtop-
brengst meer
Oplossing
Aansluitkabel aansluiten op elektriciteitsnet.
Elektrische aansluiting controleren
Sproeiereenheid aftrekken, reinigen
Grofvuilfilter reinigen
Filterhuis van de pomp reinigen
Pomp reinigen
Rotor vervangen
Filterschuim schoonmaken of vervangen
De volledige biologisch reinigende werking
wordt pas verkregen na enkele weken gebruik
Verwijder algen en bladeren uit de vijver, ver-
vers het water
Demonteer de UV-C en maak het kwartsglas
schoon
UVC-lamp vervangen
- NL -
25