5. Nadat de bougie handvast zit, deze met een bougiesleutel (1) aantrekken
om de dichtingsring samen te drukken.
OPMERKING
Wanneer een nieuwe bougie handvast is aangedraaid,
moet deze 1/2 slag aangetrokken worden om de dichtingsring samen te
drukken. Wanneer een oude bougie nogmaals gebruikt wordt, deze nadat
hij handvast zit 1/8 1/4 aantrekken om de dichtingsring samen te drukken.
BELANGRIJK
De bougies moeten goed vast zitten. Bougies die niet
goed vast zitten kunnen zeer heet worden en mogelijk de motor bescha-
digen.
6.4.6 De banden vervangen
Plaats de machine op een vlakke on-
dergrond en plaats aan de kant waar
de band vervangen moet worden, een
steunblok, onder een dragend deel
van het chassis.
De banden worden op hun plaats ge-
houden door een elastische ring (1)
die verwijderd kan worden door middel
van een schroevendraaier.
De achterbanden zijn rechtstreeks op de steekassen gemonteerd door
middel van een spie in de naaf van de band.
OPMERKING
Bij het vervangen van één of beide achterwielen dient
erop gelet te worden dat ze dezelfde diameter hebben. Controleer te-
vens de afstelling van de snijgroep om een ongelijkmatig maaibeeld te
voorkomen.
BELANGRIJK
Alvorens de banden aan te brengen dienen de wielas-
sen met vet gesmeerd en de elastische ring (1) en de borgring (2) weer
precies op hun plaats gezet te worden.
6.4.7 De banden repareren of vervangen
De banden zijn «Tubeless» en iedere vervanging of reparatie als gevolg van
een lek dient dan ook door een vakman uitgevoerd te worden volgens de,
voor dit type banden, geldende voorschriften.
6.4.8 De koplampen vervangen (bij modellen met koplampen)
De koplampen (10W) zijn door middel van een bajonetfitting in de lamphou-
der gedraaid. De lamphouder kan verwijderd worden door deze met behulp
van een tang tegen de klok in te draaien.
6.4.9 De zekering vervangen
De machine is voorzien van een aantal zekeringen met een verschillend
vermogen, waarvan de functies en karakteristieken worden aangeduid in
de volgende tabel:
1 - 10 Amp - (Rot)
NL
24
Bescherming van de algemene
stroomcircuits en het vermogen
van de elektronische kaart;
HF23••
••
HF24••
◊
2 - 15 Amp - (Lichtblauw)
HF2622H••
2 - 15 Amp - (Lichtblauw)
3 - 10 Amp - (Rot)
– Het in werking treden van deze zekering (1) veroorzaakt de stilstand van
de machine. Tevens gaan alle lampjes uit op het dashboard.
– Het in werking treden van de zekering (2) wordt gemeld door het oplichten
van het controlelampje van de accu, in de modellen die ermee uitgerust
zijn (
4.11.f).
– Het in werking treden van de zekering (3) verhindert de werking van de
bedieningsmotor voor het kantelen van de opvangzak.
BELANGRIJK
Een doorgebrande zekering dient altijd vervangen te
worden door eenzelfde type met hetzelfde vermogen.
Als de oorzaak van het in werking treden niet gevonden kan worden, wordt
contact opgenomen met uw leverancier.
6.4.10 De drijfsnaren vervangen
De vervanging van de drijfsnaren vereist een demontage en daaropvol-
gende vrij complexe afstellingen. Het is dan ook onontbeerlijk dat dit door
een erkend servicecentrum uitgevoerd wordt.
OPMERKING
Vervang de drijfsnaren zodra zij tekenen van slijtage
vertonen! GEBRUIK ALTIJD ORIGINELE DRIJFSNAREN!!
7. BESCHERMING VAN DE OMGEVING
De bescherming van de omgeving moet een belangrijk en prioritair aspect
vormen voor het gebruik van de machine, ten gunste van de civiele samen-
leving en de omgeving waarin we leven.
– Wees geen storend element.
– Volg nauwkeurig de lokale normen op voor de afdanking van het snijafval.
– Volg nauwgezet de plaatselijke normen voor het verwerken van de ver-
pakking, olie, benzine, batterijen, filters, versleten delen of eender welk
element met een sterke invloed op de omgeving; deze afval mag niet met
de huisafval weggeworpen worden, maar moet gescheiden worden en
aan speciale verzamelcentra toevertrouwd worden, die de recyclage van
de materialen zullen verzorgen.
– Bij het uit bedrijf stellen van de machine, mag deze nooit in het milieu
achtergelaten worden maar moet ze naar een opvangcentrum gebracht
worden, volgens de geldende locale normen.
••
◊
bescherming van het laadcircuit;
bescherming van het laadcircuit;
bescherming van het bedie-
ningscircuit voor het kantelen van
de opvangzak.