RM 756 GS, RM 756 YS:
● 1 Bovenstuk duwstang (1) met
de open uiteinden in het
onderstuk duwstang (2) plaatsen en
houden. Bouten (G) van buiten naar
binnen door de boringen steken,
borgmoeren (H) erop plaatsen en deze
met 19 - 27 Nm vastdraaien.
● 2 Duwstang op de gewenste
werkhoogte instellen en houden,
bout (3) vastdraaien.
● Correcte montage controleren:
het bovenstuk duwstang dient vast met
het onderstuk duwstang verbonden te
zijn, de kabels liggen achter en buiten
de duwstang.
7.2 Beschermslang monteren
● Alle kabels in de beschermslang
(F) leggen.
● Kabelbinders (E) door de bovenste
opening in het rechter onderstuk
duwstang (1) geleiden en
beschermslang (F) daarmee
bevestigen.
● Beschermslang (F) met kabelbinder (E)
zoals afgebeeld aan het rechter
bovenstuk duwstang bevestigen.
Bij de eerste inbedrijfstelling
moeten de kabels worden
gecontroleerd en zo nodig precies
worden afgesteld. (
11.9)
7.3 Snijhoogteverstelling per wiel
De snijhoogte kan per wiel met de
bijbehorende hendel worden
ingesteld op zes verschillende posities.
Laagste snijhoogte (1): 25 mm
0478 111 9937 B - NL
Hoogste snijhoogte (6): 90 mm
5
Snijhoogte instellen:
● Hendel (1) voor het wiel indrukken,
naar de gewenste positie verstellen en
in de bijbehorende inkeping laten
vastklikken.
Dit proces voor alle 4 wielen uitvoeren.
Schade aan het apparaat
vermijden!
Voorkom dat het apparaat omkiept
door eerst de snijhoogte van de
achterwielen te verstellen en
vervolgens pas de voorwielen te
verstellen.
Wees ook voorzichtig bij het
verstellen naar een lagere
snijhoogte; het totale
apparaatgewicht rust op het laatste
wiel.
6
7.4 Hoogteverstelling duwstang
De werkhoogte van de duwstang
kan in 3 standen worden ingesteld.
● Bout (1) losdraaien.
● De duwstang (2) met beide handen
vasthouden en door op en neer te
bewegen op een aangename
werkhoogte instellen en vasthouden.
● Bouten (1) erin en vastdraaien.
7
7.5 Brandstof en motorolie
Schade aan het apparaat
vermijden!
Vul voor de eerste start motorolie
bij. Voor het vullen met motorolie en
tanken een aangepast vulhulpstuk
(bijv. trechter) gebruiken.
Motorolie
Gegevens over de te gebruiken
motorolie en de vulhoeveelheid
olie vindt u in de
gebruiksaanwijzing voor de
verbrandingsmotor.
Controleer regelmatig de inhoud
van de olie (zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor).
Zorg ervoor dat de olie niet onder of boven
het juiste peil komt te staan.
Olietankdop voor het in gebruik nemen
van de verbrandingsmotor goed
8
vastschroeven.
Brandstof
Gebruik uitsluitend recente
milieuvriendelijke merkbrandstof:
– Loodvrije benzine
Gegevens over de juiste
brandstofkwaliteit – octaangetal vindt u in
de gebruiksaanwijzing voor de
verbrandingsmotor.
Zie voor informatie over de inhoud van de
brandstoftank het hoofdstuk "Technische
gegevens". (
17.)
Brandstof bijtanken
● Tankventilatieschroef (1) openen.
● Tankdop (2) eraf schroeven.
9
93