10.2 Verbrandingsmotor
uitschakelen
Laat de motorstopbeugel (15) los
om de verbrandingsmotor uit te schakelen.
De verbrandingsmotor en het maaimes
komen na een korte uitlooptijd tot stilstand.
10.3 Beugel wielaandrijving
(MB 248 T)
De grasmaaier MB 248 T is
voorzien van een wielaandrijving
Wielaandrijving inschakelen:
● Motor starten. (
10.1)
● De beugel voor wielaandrijving (1) naar
de duwstang trekken en houd deze
vast.
De wielaandrijving schakelt in en de
grasmaaier zet zich vooruit in
beweging.
Wielaandrijving uitschakelen:
● Beugel wielaandrijving (1) loslaten. De
wielaandrijving schakelt uit en de
grasmaaier blijft staan. De motor draait
verder.
10.4 Grasopvangbox ledigen
Kans op letsel!
Vóór het wegnemen van de
grasopvangbox moet de motor om
veiligheidsredenen worden
uitgeschakeld.
● Grasopvangbox loshaken. (
● Grasopvangbox ledigen.
● Grasopvangbox vasthaken. (
84
11. Onderhoud
1
11.1 Algemeen
Gevaar voor letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ´Voor uw veiligheid´ in
acht. (
10
Jaarlijks onderhoud door de
vakhandelaar:
De grasmaaier moet elk jaar door een
vakhandelaar worden geïnspecteerd.
VIKING beveelt u de VIKING
vakhandelaar aan.
11.2 Apparaat reinigen
Onderhoudsinterval:
Na elk gebruik
Kans op letsel!
Zet de motor af en trek de
bougiestekker eruit.
Ledig vóór het plaatsen in
reinigingspostie de brandstoftank
(leeg rijden).
Het apparaat staat enkel met
geopende uitwerpklep veilig in de
reinigingspositie.
Reinigingspositie:
● Snijstand 1 kiezen. (
● Het bovenstuk van de duwstang (1)
losmaken door het uitdraaien van de
beide draaiknoppen (2).
7.6)
7.6)
4.).
11
7.7)
● Uitwerpklep openen en vasthouden.
● Apparaat in de reinigingspositie
plaatsen tot het zelfstandig in de
reinigingspositie staat.
11.3 Verbrandingsmotor
Onderhoudsinterval:
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor.
Algemene aanwijzingen:
Neem de gebruiks- en
onderhoudsinstructies in de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing onder het punt van de
verbrandingsmotor in acht.
Voor een lange levensduur is het van
belang de olie op peil te houden,
regelmatig de olie te verversen alsook het
luchtfilter te vervangen.
Voor de aanbevolen oliewissel-intervallen
en informatie over motorolie en de
vulhoeveelheid olie verwijzen wij u ook
naar het punt van de verbrandingsmotor in
de gebruiksaanwijzing.
De koelvinnen moeten altijd schoon
worden gehouden om een goede koeling
van de verbrandingsmotor te garanderen.
11.4 Slijtagegrenzen van het
maaimes controleren
Kans op letsel!
Let op de veiligheidsinstructies in
het hoofdstuk "Voor uw veiligheid".
(
4.)
Onderhoudsinterval:
Voor elk gebruik.
0478 111 9920 B - NL
12