Om persoonlijk letsel van de gebruiker te
vermijden, mag de grasmaaier
bijvoorbeeld niet worden ingezet voor
volgende taken (onvolledige opsomming):
– het trimmen van bosjes, heggen en
struiken,
– het snoeien van rankgewas,
– gazononderhoud op dakbeplantingen
en in bloembakken,
– het hakselen en klein hakken van
boom- en heggensnoeisel,
– het schoonmaken van voetpaden
(opzuigen, wegblazen),
– het egaliseren van oneffenheden in de
bodem, zoals bijv. molshopen.
– het transporteren van maaigoed, buiten
de in de daarvoor bedoelde
grasopvangbox.
Om veiligheidsredenen is het verboden
wijzigingen aan het apparaat aan te
brengen, behalve vakkundige montage
van toebehoren die door VIKING zijn
goedgekeurd. Bovendien heeft dit tot
gevolg dat uw garantie vervalt. Neem voor
informatie over goedgekeurde toebehoren
contact op met uw VIKING vakhandelaar.
Vooral elke wijziging aan het apparaat
waardoor het vermogen of het toerental
van de verbrandingsmotor of de
elektromotor wordt veranderd, is
verboden.
Vervoer geen voorwerpen, dieren of
personen, met name kinderen, met het
apparaat.
Bij het gebruik op openbare terreinen,
parken, sportvelden, langs wegen en op
land- en bosbouwbedrijven moet u
bijzonder behoedzaam te werk gaan.
74
Opgelet! Gevaar voor de
gezondheid door trillingen!
Een overmatige belasting door
trillingen kan schade aan de
bloedsomloop en het zenuwstelsel
veroorzaken, vooral bij personen met
circulatiestoornissen. Raadpleeg een arts
wanneer er symptomen optreden die door
de trillingen zouden kunnen zijn
veroorzaakt.
Deze symptomen treden voornamelijk op
bij de vingers, handen of polsen en zijn
bijvoorbeeld (onvolledige opsomming):
– gevoelloosheid,
– pijn,
– slappe spieren,
– huidverkleuringen,
– onaangenaam kriebelen.
4.2 Tanken – omgaan met benzine
Levensgevaarlijk!
Benzine is giftig en in hoge mate
ontvlambaar.
Bewaar de brandstof uitsluitend in
geschikte en goedgekeurde reservoirs
(jerrycans). Schroef de tankdoppen van de
jerrycans altijd goed erop en draai de
doppen stevig vast. Om
veiligheidsredenen moeten defecte
afsluitingen worden vervangen.
Gebruik geen drankflessen of soortgelijke
zaken om brandstoffen en smeermiddelen
af te voeren of op te slaan, zoals
bijv. benzine. Personen, met name
kinderen, zouden in de verleiding kunnen
komen om eruit te drinken.
Houd benzine uit de buurt van
vuur, permanent vuur,
warmtebronnen en andere
ontstekingsbronnen. Niet roken!
Tank alleen in de buitenlucht en rook niet
tijdens het tanken.
Schakel de verbrandingsmotor voor het
bijtanken uit en laat deze afkoelen.
De benzine moet vóór het starten van de
verbrandingsmotor worden bijgevuld. Bij
een draaiende verbrandingsmotor of hete
machine mag de tankdop niet worden
geopend en mag er geen benzine worden
bijgevuld.
Vul de brandstoftank niet geheel, maar
slechts tot ca. 4 cm onder de rand van de
vulpijp, zodat de brandstof ruimte heeft om
uit te zetten.
Als er benzine is overgelopen, mag u de
verbrandingsmotor pas starten nadat u het
met benzine verontreinigde oppervlak
hebt gereinigd. Start de
verbrandingsmotor niet voordat de
benzinedampen zijn verdampt (droog
vegen).
Gemorste brandstof moet meteen worden
afgeveegd.
Verwissel van kleding als er benzine op is
gemorst.
Sla het apparaat nooit op in een gebouw
met benzine in de tank. Ontstane
benzinedampen kunnen met open vuur of
vonken in aanraking komen en
ontbranden.
Als de tank moet worden geleegd, moet dit
in de buitenlucht worden uitgevoerd.
0478 111 9920 B - NL