BH FITNESS tourmalet H910EFB Instrucciones De Montaje página 30

PLAATSING VAN HET STUUR.-
Plaats het stuur (21) in de stuurbuis
(37), Fig.5, draai de instelknop (V) vast.
Vervolgens brengt u de stuurbuis (37) in
de uitstekende buis van het centrale
frame (67) Fig.5, zet deze in de goede
stand en draait de instelknop (Y) stevig
vast, richting de wijzers van de klok.
HORIZONTALE AFSTELLING VAN
HET STUUR.
Zet het stuur (21) op de gewenste
afstand voor het uitvoeren van de
oefeningen zonder het MIN INSERT
referentiepunt te overschrijden en draai
de instelknop (V) stevig vast Fig.5.
VERTICALE AFSTELLING VAN HET
STUUR.-
Zet het stuur (21) op de gewenste
afstand voor het uitvoeren van de
oefeningen zonder het MIN INSERT
referentiepunt te overschrijden en draai
de instelknop (Y) stevig vast Fig.5.
PLAATSING VAN DE MONITOR
Neem de monitor (m), Fig. 8, plaats de
monitor in de beugel (n), neem de
middelste kabel en verbind de terminal
(h) met de terminal (k) die uit de
onderkant van het centrale frame (A)
steekt. Steek de pin van de middelste
kabel in de achterkant van de monitor
(zie het instructieboek van de monitor.
AFSTELLING VAN DE
WEERSTAND.-
Om de inspanning
oefeningen te regelen, is dit apparaat
voorzien van een weerstandsregelaar
(Z), die zich bevindt aan de buis van
het centrale frame (67) Fig.6. Door
deze in de richting van de wijzers van
de klok te draaien
verschillende weerstandsinstellingen.
Om de spanning op de pedaalslag te
verhogen
weerstandsregelaar (Z) kloksgewijs (+),
tot dat u de voor u gewenste inspanning
tijdens de oefening heeft bereikt.
Om de spanning op de pedaalslag te
verlagen draait u de weerstandsregelaar
(Z) tegen de wijzers van klok (-), Tijdens
het uitvoeren van de oefening wordt het
vliegwiel, door het effect van het
afremmen,
aanbevolen, na het beëindigen van de
oefening, weerstandsregelaar op de
minimumstand
voorkomen dat de remschoen verhardt.
Belangrijk: Deze weerstandsregelaar
(Z) beschikt over een noodrem die,
wanneer men hierop hard drukt (zoals
door
aangegeven), een directere remming
op het wiel tot gevolg heeft.
NIVELLERING.-
Controleer, wanneer u de eenheid op
zijn definitieve plaats heeft geplaatst,
of deze stevig op de grond staat en of
deze waterpas staat. Dit kunt u
regelen door de nivelleringspootjes
(13) meer of minder uit te schroeven,
zoals wordt getoond in Fig.7.
VERPLAATSING EN
OPBERGEN.-
Dit apparaat is uitgerust met wieltjes
(15)
vergemakkelijkt.
tijdens de
bevinden zich aan de voorkant van het
apparaat en vergemakkelijken het u het
apparaat te verplaatsen en op de
uitgekozen plaats te plaatsen door de
voorkant iets te laten overhellen en te
duwen, zoals wordt getoond in Fig.9.
verkrijgt u
30
draait
warm. Daarom
te zetten
de pijl van Fig.6
Fig.9, wat het verplaatsen
De twee
u de
wordt
om te
wordt
wieltjes