Controlemeting; Zelfdiagnose - Bosch WBE 5210 Manual De Usuario

Ocultar thumbs Ver también para WBE 5210:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 70
12.4.4

Controlemeting

i
Een nauwkeurige centrering van het wiel is een
basisvoorwaarde voor zowel deze controlemeting
als voor elke uitlijning. De controlemeting kan met
een autowiel of met een utilitaire voertuigwiel
worden uitgevoerd.
i
In de volgende beschrijving zijn Sound en de
automatische start geactiveerd (zie hoofdst. 10).
i
De calibratie vindt plaats met een wiel, dat zich in
een zeer goede toestand bevindt:
Autowiel: Breedte 5.5", diameter 14",
uitbalanceergewicht 60 g, wieltype auto
Utilitaire voertuigwiel: Breedte 9", diameter 22,5",
uitbalanceergewicht 350 g, wieltype utilitair voertuig
1. Een in zeer goede staat verkerend wiel voor een
motorvoertuig van gemiddelde maat (b. v. breedte
5.5", diameter 14") op de flens bevestigen.
2. Wieltype selecteren.
3. De Velggegevens invoeren (zie hoofdst. 8.2).
4. De wielbeschermkap sluiten.
« De meting wordt gestart.
5. Een kunstmatige onbalans aanbrengen, doordat men
een testgewicht van b. v. 60 g aan één van de twee
zijden aanbrengt.
6. De wielbeschermkap sluiten.
« De meting wordt gestart.
« De WBE 5210 moet aan deze zijde precies deze
onbalans (waarde en positie) aangeven. Voor
de andere zijde mag de indicatie hooguit 5 g
bedragen.
i
Om de positie van de onbalans te controleren, het
wiel draaien totdat de aanbevolen positie voor de
bevestiging van de uitlijngewichten bereikt is. Het
aangebrachte testgewicht moet zich loodrecht onder
de draaias bevinden (6 uur-positie).
!
De kalibratie moet in de volgende gevallen herhaald
worden:
$
De waarde van de aangegeven onbalans wijkt af
(aan de zijde van het testgewicht groter dan 1 g,
aan de andere zijde groter dan 5 g).
$
De positie van de aangegeven onbalans wijkt af
(testgewicht niet tussen 5:30 en 6:30 uur-positie).
7. Het testgewicht verwijderen.
8. Het wiel losmaken en met ca. 35° verdraaien.
9. Het wiel weer bevestigen.
10. De wielbeschermkap sluiten.
« De meting wordt gestart.
Robert Bosch GmbH
Onderhoud | WBE 5210 | 155
!
Na deze controlemeting mag de weergave niet boven
een onbalans van maximaal 10 g autowiel of 100 g
bedrijfsvoertuigwiel per kant komen.
i
Deze fout kan ontstaan door de toleranties van de
velgcentrering. Indien deze controlemeting een
grotere onbalans laat zien, dan moeten de slijtage,
speling en mate van vervuiling van de delen die voor
het centreren van het wiel worden gebruikt, worden
gecontroleerd.
12.5

Zelfdiagnose

1. <MENU>-toets indrukken en ingedrukt houden.
2. Zodra op de linker display
<MENU>-toets loslaten.
3. Binnen 1,5 seconde de <mm/inch>-toets indrukken.
i
De <MENU>-toets indrukken om van de ene naar de
andere functie te gaan.
"
De volgende informatie wordt getoond:
+
Indicatie van de pick-up-spanning
$
M5r
de display toont
+
Indicatie van de hoekpositie van de as
$
EnC
de display toont
+
Snelheidscontrole van de as
$
5P
de display toont
+
Tekenaflezing
+
Aflezing ingang microschakelaar wielbeschermrand
$
InP
de display toont
+
Startteller
$
Cnt
de display toont
+
Displaytest
$
LEd
de display toont
+
Indicatie van de kalibratiegegevens
$
tAA
de display toont
+
Momentele onbalans van een wiel
$
rEL
de display toont
Om de correcte werking van de pick-ups te meten, gaat
u als volgt te werk:
1. Uitgelijnd testwiel inspannen.
2. Testgewicht (b.v. 100 g Pb of 60 g Zn) aanbrengen.
3. Controlemeting uitvoeren.
Na de controlemeting moet
+
de spanningswaarde van de binnenste pick-up klei-
ner zijn dan de spanningswaarde van de buitenste
pick-up.
+
de verhouding tussen de buitenste en de binnenste
pick-up-waarde tussen 1.2 en 1.8 liggen
+
het faseverschil 180° ± 1° bedragen.
nl
t5t
wordt getoond, de
|
1 695 654 697
2010-11-19

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido