Montage-, onderhouds- en bedieningshandleiding
Veiligheidsklep
810/410, 812/412, 813/413, 690/691, 492
1
Algemene veiligheidsinformatie
• Gebruik de klep alleen:
- voor het gespecificeerde doel
- in een onberispelijke toestand
- met inachtneming van de veiligheid en de mogelijke gevaren
• Volg altijd de montage-instructies.
• Eventuele defecten die van invloed kunnen zijn op een veilige werking van de
klep moeten onmiddellijk worden verholpen.
• De kleppen zijn exclusief ontwikkeld voor de toepassingen die in deze instal-
latie-intructies zijn beschreven. Gebruik dat afwijkt van of zich verder uitstrekt
dan de genoemde toepassingen wordt beschouwd als oneigenlijk gebruik.
• De fabrieksgarantie vervalt als de afdichting wordt verwijderd.
• Alle montagewerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door daartoe
bevoegd gespecialiseerd personeel.
2
Algemene aanwijzingen
Veiligheidskleppen zijn hoogwaardige armaturen die bijzonder, zorgvuldig behandeld
moeten worden. Om de vereiste dichtheid te verkrijgen, zijn de afdichtingsoppervl-
akken van de zitting en de kegel fijn bewerkt. Voorkom dat er tijdens de montage en
de bediening vreemde deeltjes in de klep komen. De afdichting van een veiligheids-
klep kan belemmerd worden door hennep, teflontape, andere afdichtingsmiddelen
of lasparels enz. Een ruwe behandeling van de gemonteerde klep tijdens de opslag,
het transport en de montage kan eveneens leiden tot een lekkende klep. Als de
klep moet worden geverfd, moet er worden vermeden dat de glijdelen met de verf
in contact komen.
3
Toepassingsgebied
Veiligheidsklep, serie 810/410, 812/412, 690/691 en 492, voor lucht en andere
neutrale, niet-giftige en niet-brandbare gassen, die vrij in het milieu afge-
blazen mogen worden. Ter beveiliging tegen drukoverschrijding in drukvaten, die
voldoen aan de voorschriften van het AD-2000 merkblad A2 of als uitrustingsdeel
met veiligheidsfunctie voor drukapparaten volgens de EC-drukapparatenrichtlijn.
www.goetze-armaturen.de
nl