Manu Immobil Long 50P11
1) Bepaal de lengte van de top van de middelvinger tot de handwortel.
2) Bepaal de orthesemaat (zie de maattabel).
4.2 Aanpassen
Optioneel: koud vervormen
Ter hoogte van de pols en de vingers kan de orthese tot maximaal ±20° koud worden vervormd.
De delen van de orthese die kunnen worden vervormd, zijn aan de onderkant gemarkeerd met
ingeperste lijnen (zie afb. 1).
1) Leg de orthese op een vlakke, stevige ondergrond.
2) Vervorm de orthese koud tot maximaal ±20°. Zorg er hierbij voor dat u de orthese niet herhaal
delijk heen en terug buigt.
Optioneel: sluitrichting van de riemen omdraaien
De orthese is vooringesteld om aangebracht te worden aan de rechter hand. Als de orthese wordt
gebruikt voor de linkerhand, moet de sluitrichting van de riemen worden omgedraaid.
1) Open alle klittenbandsluitingen van de riemen.
2) Verwijder het polster. Maak het polster hiervoor los van de klittenbandrondjes en haal het uit
de orthese (zie afb. 2).
3) Haal de riemen uit de orthese.
4) Draai de riemen 180° en breng ze terug op hun plaats.
5) Breng het polster terug op zijn plaats. Schuif het polster hiervoor in de orthese en klit het vast
aan de klittenbandrondjes.
Optioneel bij de 50P11 Manu Immobil Long: vingerriem positioneren
1) Verwijder het polster. Maak het polster hiervoor los van de klittenbandrondjes en haal het uit
de orthese (zie afb. 2).
2) Schuif de vingerriem aan de onderkant van de orthese in de gewenste positie.
3) Breng het polster terug op zijn plaats. Schuif het polster hiervoor in de orthese en klit het vast
aan de klittenbandrondjes. Hierdoor wordt de vingerriem gefixeerd.
4.3 Aanbrengen
>
Alle klittenbandsluitingen van de riemen zijn geopend.
1) Steek de hand van achteren af in de orthese tot de hand in zijn geheel rust op de handsteun.
2) Klit de riemen vast. Doe dit in de juiste volgorde: eerst de polsriem, dan de riem op de rug
van de hand, daarna de vingerriem en tenslotte de onderarmriem (zie afb. 3).
3) Zorg ervoor dat de riemen stevig vastzitten, maar niet knellen (zie afb. 4).
4) Kort de riemen zo nodig in.
4.4 Reiniging
LET OP
Gebruik van verkeerde reinigingsmiddelen
Beschadiging van het product door verkeerde reinigingsmiddelen
►
Reinig het product uitsluitend met de toegestane reinigingsmiddelen.
1) Verwijder de riemen en kussentjes van de orthese.
2) Sluit alle klittenbandsluitingen.
3) Was de riemen en de kussentjes op de hand met neutrale zeep op 30 °C. Spoel ze goed uit.
4) Laat aan de lucht drogen. Vermijd blootstelling aan directe hitte (bijv. zonnestraling of de hitte
van een kachel of radiator).
5) Vlekken en vuil op het ortheseframe kunnen met een vochtige doek worden verwijderd. Laat
vervolgens aan de lucht drogen.
29