BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN EN DE SCHAKELAARS
[0]~[9]
Cijfertoetsen
oert de cijfers in.
[ • ]
Toets van het decimaalteken
Voert het decimaalteken in.
ON
[
]
Inschakelen / Wissen / Invoer wissen
CE C
ON : Zet de calculator aan.
CE : Druk op deze toets voor het wissen van het laatst
ingevoerde cijfer (weergegeven getal) alvorens u opeen
andere functietoets drukt.
C: Druk op de toets om alles te wissen uitgezonderd de
inhoud van het geheugen.
[OFF]
Uitschakeltoets
Schakelt de calculator uit.
-D3-